Rede uitgesproken bij het afscheid van Carla Brünott op 26 augustus in Schuilkerk De Hoop te Diemen en als blog gepubliceerd op de website van Atria door Ineke van Mourik.
Een Fameuze Potteuze
Het was in de tweede helft van de jaren zeventig toen Carla Brünott mijn leven kwam binnen trompetteren. Ik woonde in Nijmegen en was een van de oprichtsters van De Feeks, vrouwenboekhandel, café en documentatiecentrum. Op de universiteit roerden de vrouwen zich ook en tijdens het eerste Heksencollege in 1977 vertelde Carla op het podium in de pauze dat zij samen met andere vrouwen een vrouwendrukkerij Virginia (vernoemd naar Virginia Woolf) aan het oprichten was. Daarvoor was geld nodig. Zij eindigde of begon haar oproep (dat weet ik niet meer precies) met subliem getrompetter. Zonder trompet, maar louter met haar stem. Mijn oren stonden op stelen! Later hoorde ik dat zij zangeres was die haar veelbelovende carrière had afgebroken en in het klooster was gegaan. Daar gebeurde wat in de licht erotische bouquetreeks romannetjes al zo vaak was beschreven: zij werd verliefd op een mede-non. Zij trad uit maar later organiseerde zij over het onderwerp van de ‘bijzondere vriendschap’ een studiedag in het moederklooster van de Zusters van Schijndel. En dat was nu typisch Carla. Zij wilde dingen bespreekbaar maken.
Jaren daarna, toen wij samen een keer toevallig langs haar oude klooster in Egmond kwamen, heeft zij mij het klooster laten zien. Op een gegeven moment vroeg ze of ik buiten wilde wachten want ze wilde moeder-overste nog even spreken. O, help dacht ik nog, zij gaat het weer over ‘bijzondere vriendschappen’ hebben en moeder-overste de oren wassen. En jawel, ze kwam aangeslagen terug want moeder-overste was koel en afstandelijk gebleven. Ik geloof dat zij haar toen ook het boek Lesbian Nuns heeft gegeven. Later kreeg zij een nare brief als reactie.
Carla kon het niet laten: als zij iets onrechtvaardig vond ging zij er zogezegd vol en radicaal in en dat leidde ook regelmatig tot aanvaringen.
Een bevlogen priester op blote voeten
Als kind was het haar diepste wens om priester te worden, maar die keuze was voor vrouwen verboden terrein. Zij koos, ondanks haar hartstocht voor zang en muziek, niet uit eigen vrije wil voor het conservatorium. Het was een wens van haar familie en omgeving en zij liet dat allemaal over zich heenkomen. Na een aantal jaren protesteerde haar lichaam: zij verloor haar stem.
Vervolgens koos zij voor het klooster, maar daar was voor de liefde (behalve dan die voor God) geen plaats. En opnieuw koos zij: maar nu om uit te treden. Op dat moment werd zij naar mijn gevoel een bevlogen priester op blote voeten die zonder instituut of druk van buiten de wereld rechtvaardiger probeerde te maken. Zij paarde een tomeloze werkdrift met talloze initiatieven om de positie van vrouwen te verbeteren en hun culturele bijdragen onder de aandacht te brengen. Ik werkte met haar samen bij het tijdschrift Lust & Gratie (waarvan zij de initiatiefneemster was) en typerend voor haar was dat toen ik een keer uit pure noodzaak bij Shell had getankt ik hel en verdoemenis over mij kreeg uitgestort. Heftig en bevlogen was zij maar uiteindelijk ook bereid om een blik in haar eigen ziel te werpen en dat verzachtte haar soms onverzettelijke natuur. Heftig was zij ook in haar liefdes. Zo heeft zij eens in dronkenschap voor de deur van een geliefde staan schreeuwen die er blijkbaar niet was. Zij werd opgepakt en in een cel gezet, verwenste het hele patriarchaat en heeft de hele nacht iedereen wakker gehouden met getrompetter en gezang. Een razende profeet laat zich zelfs in het hol van de leeuw niet de mond snoeren.
Haar eigen stem
Als ik nu over haar leven nadenk en het gesprek dat ik nog met haar had op donderdag 10 augustus toen we afscheid van elkaar hebben genomen, dan realiseer ik mij dat de essentie van haar leven toch de muziek was. Zij had daarin haar eigen weg willen gaan, maar door haar grote talent stortte de buitenwereld zich op haar. Zij was kwetsbaar en liet zich overspoelen, met het gevolg dat zij uiteindelijk haar stem verloor. In het klooster kreeg zij de naam Kerimeh, een persoon uit een Arabisch verhaal. Dat is op zich al wonderlijk in een christelijke omgeving. Deze Kerimeh was verloofd met een man die doof werd en die zijn gehoor zou terugkrijgen als zij haar stem offerde. Maar dan kenden de nonnen Carla toch niet goed. Uiteindelijk offerde Kerimeh haar stem om die van haarzelf terug te krijgen want na het klooster ging Carla een leven leiden zoals zij dat wilde en waarin muziek en zang altijd een grote rol bleven spelen. Op haar voorwaarden, op haar manier. Legendarisch was haar optreden in rokkostuum voor een enthousiast vrouwenpubliek. Haar kwetsbaarheid werd haar kracht. Zij heeft haar carrière geofferd maar niet haar stem, haar eigen stem, en die zal ik nog lang horen.
Carla Brünott, laten we haar naam uitspreken want dat is de naam die zij droeg en die haar heeft vergezeld in haar aardse bestaan. Dat haar rebelse ziel moge worden opgenomen in het eeuwige licht.
Lees verder