Ik ken mensen met een vrouwelijk lichaam die de indruk wekken een man te zijn. Het scheldwoord daarvoor is manwijven. Een manwijf was vroeger een fors uitgevallen heterovrouw die haar mannetje stond. Sinds er meer lesbo’s hun hoofd boven het heteromaaiveld hebben gestoken, is het repertoire uitgebreid. Fors of niet fors, als zij de toets der vrouwelijkheid of wat daar voor door gaat, niet kan doorstaan dan is zij beslist een lesbo, pot of butch. Ook dat is weer veranderd sinds tot het bewustzijn is doorgedrongen dat vele lesbo’s er buitengewoon ‘vrouwelijk’ kunnen uitzien en zich dan ook liever gay, non-binair of queer noemen dan het outdated lesbo of nog erger lesbienne. De tijd verandert snel en de taal verandert in hetzelfde tempo.
Een mens met een mannelijk lichaam die wat vrouwelijke maniertjes heeft, geknakte polsjes en een hoge stem mag zich verheugen om achter zijn kwetsbare rug een nicht of mietje te worden genoemd. Er zijn wel ergere benamingen die je kunt vinden in het Bargoens woordenboek en wat opvalt aan al die benamingen is dat die altijd uit de koker van de ander, de hetero’s, komen die denken leuk te zijn. Die andere ander, de mens met een andere seksuele gerichtheid dan de voorgeschreven heteroseksuele, had zijn of haar eigen benamingen of tekens onderling (denk aan de uil in het Amsterdamse café Het Mandje van Bet van Beeren of het boek Een tevreden lach op tafel) om iets duidelijk te maken. Dat was in de tijd van de geheimen, het gevaar, de spanning, de ongenadige blik en oordeel van een in de kern vijandige buitenwereld. De andere ander is echter de afgelopen decennia wat meer bevrijd geraakt door de eigen emancipatiebewegingen en is zich meer en meer openlijk als lesbo of homo gaan tonen.
LHBTQIA+ en LHBTQQIP2SA+
Those were the days, maar voor velen in de wereld is die vijandige buitenwereld niet ver weg en nog steeds de dagelijkse realiteit en helaas ook hier in de Gay Capital Amsterdam. Maar er is meer aan de hand. De wereld van hetero versus homo was voor degenen die progressief de homo’s accepteerden nog overzichtelijk. Bovenaan de hetero’s, dan een minderheid de homo’s (M/V) en nog een kleinere minderheid, de van twee wallen snoepende biseksuelen. Nauwelijks zijn de hetero’s bekomen van de schrik en de snelheid waarmee homo’s werden gedoogd en zelfs het homohuwelijk officieel werd sinds 1 april 2001 of er diende zich een tiental jaren later een half alfabet aan van varianten aan seksen, gender en seksuele gerichtheid: LHBTIQ+.
Bijna niemand kan deze afkorting in een klap reproduceren en misschien is dat ook wel de kracht ervan. De afkorting staat voor: Lesbische vrouwen, Homoseksuele mannen, Biseksuele mensen, Transgender mensen, Intersekse personen, Queer personen en anderen die wat betreft hun genderidentiteit, genderexpressie, seksualiteit of hun lichaam buiten de norm van de maatschappij vallen.
Is de mensheid veranderd in de loop der eeuwen? ‘Wat is hier aan de hand?’ verzuchten vele mensen, het moet niet nog gekker worden. De professionele lolbroeken hebben er hun handen aan vol en in diegenen die alleen maar een wereld kennen van sjablonen van mannen en vrouwen en daarnaar leven, wekt het verwarring, spot, afschuw, angst en agressie op. Nee, de wereld is niet veranderd, maar er ging een licht op toen we gingen onderscheiden tussen sekse en gender (je lichaam hoeft niet overeen te komen met hoe je je voelt en hoe je handelt) en dat die twee niet naadloos volgens oude modellen op elkaar hoefden te passen. These are the days.
Maar het kan altijd nog erger want heb je net de bovenstaande afkortingen uit je hoofd geleerd, ineens komen er weer bij: LHBTQQIP2SA. We hebben nog degenen die op zoek zijn naar hun seksuele- en genderidentiteit- questioning (2e Q); intersekse (I) panseksuelen (P) two-spirit people -deze benaming wordt gebruikt door inheemse Noord-Amerikanen die zich mentaal simultaan zowel mannelijk en vrouwelijk voelen (2S) en de aseksuelen (A). Wat binair en non-binair en cisgender is laat ik aan jullie eigen nieuwsgierigheid over en om niet iedereen horendol te maken laten we de aanspreekvormen ook even rusten. Die zullen organisch hun weg wel vinden in de taal net zoals de Inuit talloze benamingen voor sneeuw hebben ontwikkeld.
Dieper kijken
Nee, wij zijn niet veranderd maar we zijn dieper gaan kijken. Kijk om je heen en er ontvouwt zich een wereld die rijker, mooier en veelzijdiger is dan zij zich altijd voordeed. Zo ken ik een hetero-echtpaar dat bij nadere beschouwing anders in elkaar zit dan je denkt. De man is de vrouw en de vrouw is de man. Natuurlijk kan dat in bed anders zijn maar het zou me niet verbazen dat de strak omschreven seksuele rollen van vrouwen en mannen in de seksuele daad minder strak omschreven zijn dan wij denken. Ook zie ik wel heteroparen die eigenlijk in hun gedrag meer lijken op twee lesbiennes en doorgewinterde homo en lesbo paren die eigenlijk een heteropaar vormen. En wie kent niet uit zijn leven eigenzinnige vrijgezel gebleven personen die niet per se aseksueel hoeven te zijn? Die zouden we ook wel een plaats in het afkortingsalfabet gunnen. Wat weten we van alle mensen die ons omringen of die we denken te kennen? Als je diep kijkt dan gaat het je in eerste instantie duizelen en je gaat twijfelen of we niet 1) in een gekkenhuis wonen 2) de orde moeten herstellen om zelf niet gek te worden. Maar die twijfel is juist goed. Het niet iets als vanzelfsprekend aannemen is de essentie van verdraagzaamheid. Maar als die verdraagzaamheid tot chaos leidt? Ja, dan is er een probleem, maar in de meeste gevallen zit dat probleem, behalve in de cultuur, religie of sociale realiteit, vooral in onszelf. Het merendeel van de mensen is conservatief en meestal zijn het de kunstenaars, revolutionairen, of speelse naturen die knagen aan de vanzelfsprekendheden van het bestaan.
Was Henk Jurriaans, psycholoog en partner van kunstenaar Marte Röling, die ook drie andere vrouwen beminde, en zich ook af en toe opmaakte als een vrouw en een jurk droeg, een verknipt mens of een geniaal levenskunstenaar? Waarom is een man in een jurk een travestiet en een vrouw in een broek dat niet? Is dat wat je ziet, dat wat het is? Of is dat wat je ziet zo verontrustend dat je elke reddingsboei die de cultuur in de zee van eindeloze mogelijkheden heeft geworpen radeloos vastgrijpt. Wij zijn misschien wel goden in het diepst van onze gedachten maar in de realiteit van alledag zijn we al te vaak bange burgers die ons vastklampen aan de ons toegeworpen schijnveiligheden in plaats van het avontuur aan te gaan.
Wie is dit?
Als je je alles zou herinneren vanaf je prille geboorte dan is je eerste herinnering de vraag: is het een jongetje of meisje? De eerste vraag zou niet deze moeten zijn, maar: Wie is dit? Wat zien we in dit net geboren kind? Waar komt het vandaan en wat wil het in dit leven? De klassieke vraag en het antwoord op de vraag wat je bent, jongen of meisje, zal je je hele leven begeleiden. Behalve als je je onttrekt aan de druk van de wereld waarin je geboren bent en waarin je vaak met de beste bedoelingen wordt geplet in een werkelijkheid die niet de jouwe is. Het is een mysterie waarom er mensen zijn die zich niet conformeren en kiezen voor een leven van voortdurende verwondering, van wanhoop, van avontuur, soms van geweld en van lijden, van verbijstering, en ongekende vreugde. De waarheid van hun leven gaat hen boven alles. Je hebt maar een leven en dat wil je leven, ook al vraagt dat opoffering want een niet geleefd leven leidt tot de stilstand in het leven.
De levenskunstenaar wil leven en zich niet aanpassen. Jurriaans kende zichzelf blijkbaar zo goed en had de kracht om tegen de cultuur en alle gevestigde opinies in te gaan. In de tijd waarin hij leefde (God hebbe zijn ziel) worden we, althans in een aantal landen, niet meer in het cachot geworpen, gevierendeeld of verbrand of in een inrichting opgesloten als we rebelleren tegen of een eigenzinnige kleuring geven aan een beeld van sekse en gender. We kunnen zelfs overgaan tot een extreme make-over van onze fysieke kenmerken omdat zij niet stroken met ons innerlijk. Want behalve de stem van buiten die ons in hokken plaatst, is er een stem van binnen die al sinds onze geboorte gesmoord is. Je kunt je al opgesloten voelen in een verkeerd lichaam als je zelfs nog niet de woorden hebt om dat uit te drukken. Dat vind ik intrigerend want het is blijkbaar niet voldoende als de cultuur openstaat of tenminste de mogelijkheid biedt om op een creatieve wijze je sekse en gender te beleven.
Langzamerhand kon ik (ik had de tijd mee) mijn eigen leven, in mijn vrouwelijke verpakking, leiden en ook ‘jongensdingen’ gaan doen zonder me daarvoor te hoeven of willen verdedigen of te verantwoorden. Maar het kan dieper gaan en dat hoorde en zag ik bij Maxim Februari en Mounir Samuel, geestverwanten die voorbij hun vrouwelijk lichaam wilden gaan om een innerlijke eenheid te ervaren. Waar mijn spel met de genderrollen voldoende is om mijzelf als een eenheid te ervaren, is dat niet blijkbaar voor iedereen zo ondanks tolerantere tijden. Of is het juist de tijd en mogelijkheden op medisch gebied die vergezichten openen die voorheen waren voorbehouden tot enkele voorlopers die er vaak veel voor over hadden, o.a. verguizing en uitsluiting, om van sekse te veranderen? We worden niet alleen met ons eigen vermogen tot tolerantie geconfronteerd maar ook de definities en de sociale orde worden hierdoor flink opgeschud. Wordt de heteroman die transformeert tot vrouw dan ineens een lesbo? Bevindt de getransformeerde getrouwde heterovrouw naar man zich plots in een homohuwelijk? En om het nog complexer te maken: er zijn mensen die niet tot de ene of andere sekse willen horen. Die in het geheimzinnige gebied tussen man en vrouw willen leven en ook zo willen worden aangesproken. Maar in welke taal?
Door de verschillen in de categorie ‘mens’ te zien en tegelijkertijd je te verwonderen over de verschillen komen we in een tussenruimte van mysterie, verwondering, verlangen en erotiek.* Je wordt door het verschil aangetrokken, je kunt er iets van leren, de kennis over wie je zelf bent vergroten. Maar als je bang bent voor kennis en avontuur, kom je in het gebied van afkeer, vernedering, haat en vijandschap. En misschien is dat wel wat de mensen het meest verdeelt: zij die zich verwonderen en zich open stellen en zij die uit angst in hun eigen kast blijven zitten.
O, o, wat hadden en hebben we een lol met carnaval als alle rollen onderste boven worden gekeerd! Gillen van de lach met Ome Henk in een jurk en tante Marie als een boer met pijp en pet op. Neef Arie loopt in een babydoll. Maar misschien zat daar al de waarheid in: dat wij diep in ons wezen dat zijn wat we het liefst willen spelen. Wat we kunnen verdragen met carnaval verliest zijn onschuld als het realiteit wordt. Je hebt maar éen leven (zeggen ze) en de schoonheid ervan zit erin dat dat geleefd kan worden. Kijk goed en dieper dan zie je een rijke wereld. Dan zie je zoveel dat het afkortingsalfabet zich meer en meer zal uitbreiden en wij er allemaal een plaats in zullen vinden. Dat wij kunnen leven naar ons eigen beeld en gelijkenis. Hoe mooi zou dat zijn!
Dat we allemaal uit de kast komen.
Daniel van Mourik
Egmond a/d Hoef 2023
In 2011 schreef ik een blog voor Atria, kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis, over ‘De DSM-5 en de pathologisering van transgenders’. In dit stuk, ook te lezen op deze blogsite zitten een paar fragmenten die ik in dat blog ook heb gebruikt.
* Wij zitten vastgeroest in onze westerse en monotheïstische visies op wat een vrouw of man moet zijn. Stijg er bovenuit en lees over andere culturen: Evelyn Blackwood en Saskia Wieringa (Editors), Same-Sex Relations and Female Desires. Transgender Practices across Cultures. Columbia UP, 1999