Eerder gepubliceerd op 5-4-2011 op de blogsite van Aletta door Ineke van Mourik (bibliothecaris).
‘Voor verzen maken is sex nodig, in welke vorm dan ook, al is het postzegel-verzamelen. Hartstocht.’, schrijft de dichteres M. Vasalis in haar dagboek ergens in de maand februari 1976. Vasalis is dan 67.
Dichten voor Vasalis is libido, zegt Maaike Meijer in haar recent verschenen prachtige biografie over een van de meest gelezen en geliefde dichteressen van Nederland. Een dichteres met een klein oeuvre van drie bundels. Na haar dood verschijnt in 2002 een vierde bundel ‘ De oude kustlijn’. Een wens van de dichteres zelf en uitgevoerd door haar kinderen. Dit gedicht is uit deze bundel:
Als je me kust, je hand om mijn keel
als werd ik een glas met een levende steel
komt er voorbij de tederheid even
een ogenblik dat ik mijn hele leven
met vreugde bedreigd voel, zó of een reus
na ‘t drinken, over zijn schouders heen
het glas zal verplettren, tegen de grond
opdat er geen ander meer ooit
uit zal drinken, geen een.
Maaike Meijer schrijft over dit gedicht in het tijdschrift Armada: ‘Ik ken haast geen andere gedicht dat het totaal ontwrichtende moment van de hartstocht, waarin men zich met huid en haar overlevert aan de minnaar of minnares – op leven en dood – zo perfect representeert.’
Vasalis die haar leven lang worstelde om het woordeloze onder woorden te brengen, slaagt er in dit gedicht echter wonderwel in. In de gedichten van Vasalis voel en lees je de hartstocht. Een hartstocht, eros, die – en nu ga ik Plato er even bijhalen – zich op het meeste elementaire niveau manifesteert als seksualiteit, maar die kan opstijgen tot een liefdeskracht die de ziel weer in verbinding brengt met haar land van herkomst. Eros wortelt hier als een boom met luchtwortels in de mystiek en ervaringen daarmee zijn bijna nog onmogelijker onder woorden te brengen. Maar de drang om dat toch te willen bracht dat kleine maar kostbare werk van Vasalis voort.
Aan het verre lief
Ik denk aan ledematen in de ochtendstond,
fris als tulpenstelen, rond
en stroef.
Ach lief.
En aan het ondergronds geluk
dat door de aders van de ziel
stroomt en in plotseling gelach
opspringt, hoog als de eerste dag.
Denk aan de aandacht en de rust
als bij ‘t bestijgen van een berg.
Daarboven sneeuw, brandend van wit.
Zo zou het zijn: langzaam, aandachtig,
ingespannen, stijgende, tot het wit-gloeiend eind,
dat heilig is, eenzaam en wijd.
(Uit de bundel: Vergezichten en gezichten)
Wie zo schrijft weet waarover zij het heeft en de eenzame worsteling die daarmee gepaard is gegaan om deze ervaringen onder woorden te brengen, heeft ons prachtige en hartstochtelijke poëzie geschonken.
Vasalis is tijdloos.
Voor alle liefhebbers van gedichten: meer van en over M. Vasalis in de collectie van Aletta (nu Atria)
Maaike Meijer schreef ook een uitgebreid stuk over Vasalis in:
Aagje Swinnen, Seksualiteit van ouderen. Een multidisciplinaire benadering. Amsterdam University Press, Amsterdam 2011
Maaike Meijer, ‘Liefde volgens Vasalis’, in: Armada. Tijdschrift voor wereldliteratuur jrg 15 no 56, oktober 2009. Themanummer: Ingrijpende gedichten p. 67-75