Eerder gepubliceerd op 14-3-2011 op de blogsite van Aletta door Ineke van Mourik (bibliothecaris).
Het inspirerende boek ‘Langs de hartstocht’ van France Guwy uit 1989 waarin de schrijfster drie Franstalige schrijfsters over erotiek en hartstocht interviewt, heeft als motto een citaat uit Het Hooglied (het Lied der Liederen), een zeer oud erotisch gedicht uit de Bijbel.
Draag mij als een zegel op je hart,
als een zegel op je arm.
Sterk als de dood is de liefde,
beklemmend als het dodenrijk de hartstocht
De liefde is een vlammend vuur,
een laaiende vlam.
Zeeën kunnen haar niet doven,
rivieren spoelen haar niet weg.
Vitale Eros
Het Hooglied heeft de eeuwen overleefd. Het gaat over de liefde tussen een man en een vrouw en het bijzondere is dat dit gedicht niet alleen een lofzang op de vrouw is, maar dat de vrouw ook de man bezingt zoals je dat alleen in homo-erotische gedichten van mannen tegenkomt. Theologen die met deze tekst uit de Bijbel danig in hun maag zaten, zijn er ondanks verwoede pogingen, niet in geslaagd het zinnelijke, het aardse op te stuwen naar voor hen veilige spirituele hoogten. Met de christelijke erfenis van die krampachtige scheiding tussen lichaam en geest leeft veel van de westerse wereld nog steeds. Het lichaam als vijand, als bron van angst en minachting, en daardoor van obsessie. Maar er zijn altijd andere geluiden geweest want de vitale Eros laat zich niet beteugelen door hypocriete praatjes en een exclusief recht op verhevenheid zonder lichamelijkheid. Integendeel, eros is de bron van verbinding met de ander en met het al dan niet sacrale.
Kom, mijn lief,
laten we het veld in gaan,
en tussen de hennabloemen slapen.
Laten we de wijngaard in gaan, morgenvroeg,
en kijken of de wijnstok al is uitgebot,
zijn bloesems al ontloken zijn,
de granaatappel al bloeit.
Daar zal ik jou beminnen.
De liefdesappels geuren al.
Boven onze poorten hangt een keur van vruchten,
vers geplukte, goed gedroogde.
Mijn lief, ik heb ze bewaard voor jou.
Mystica Rabi’a
Als ik Het Hooglied (Shir Ha’Shirim, het Lied der Liederen), lees dan grijp ik meestal meteen naar een ander boek dat binnen handbereik ligt: Een Arabische tuin. Klassieke Arabische Poëzie. Hier vinden we vaak dezelfde ingrediënten en genotvolle aardsheid die Het Hooglied kenmerken. Liefde, hartstocht, wijn, en de mystieke vervoering zijn vaak innig met elkaar verbonden. Hier kan de romantische ziel zich laven. Zoals in dit gedicht toegeschreven aan een vroege mystica, Rabi’a uit Bagdad (circa 801).
Ik min je met dubbele minne: de minne van passie,
en ook met een minne omdat die jou toekomt.
de minne van passie: dat is dat ik steeds bezig ben
te denken aan jou en aan niemand dan jij.
De minne van mij die jou toekomt: dat is de onthulling
voor mij van jouw sluiers, zodat ik je zie.
De één noch de andere soort is te danken aan mij:
maar jou zij de dank voor de twee, allebei.
Dit gedicht zou oorspronkelijk een wereldlijk liefdesepigram van een oudere dichter zijn. Als Rabi’a het zich heeft toegeëigend dan wordt het interessant. Want wie spreekt zij hier aan? Laat uw erotische verbeelding maar spreken.
Voor uw erotische wensen, uit de collectie van Aletta (nu Atria):
Francoise Guwy, Langs de hartstocht.
http://tinyurl.com/6yqjjx5
Appel van Adam en Eva : liefde en seksualiteit in bijbelse en buitenbijbelse verhalen.
http://tinyurl.com/45tvosj
Een mooie bewerking van Het Hooglied door Judith Herzberg: 27 liefdesliedjes.
http://tinyurl.com/5tpllqd
Overige:
In LOVER nr. 2 van 2008 schreef ik al een column over Het Hooglied in een serie Bezielde teksten.
De tekst van Het Hooglied op het internet:
http://www.biblija.net/biblija.cgi?m=Hooglied&id18=1&l=nl&set=10
Een Arabische tuin, klassieke Arabische poëzie, ingeleid, uitgekozen, uit het Arabisch vertaald en geannoteerd door Geert Jan van Gelder.
Uitgeverij Bulaaq, maart 2008