Violette: een woestijn in monologen

Tags:Simone de Beauvoir, Violette Leduc,

Eerder gepubliceerd op 21-1-2014 op de blogsite van ATRIA – Kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis door Ineke van Mourik (bibliothecaris).

‘Ik ben een woestijn die alleen in monologen kan spreken’, zegt Violette Leduc tegen Simone de Beauvoir in de film ‘Violette’. Een film over een unieke en complexe vrouwenvriendschap in een literaire, door mannen gedomineerde wereld in het Parijs van voor en na de Tweede Wereldoorlog.

 

Violette Leduc en Simone de Beauvoir
Vorige week heb ik na het zien van de film ‘Violette’ een kaars aangestoken om Violette Leduc te eren en te herinneren zoals je dat doet bij een dierbare overledene. Leduc behoort voor mij bij de grote Franse schrijvers. Zij maakte met haar boeken ‘ De bastaard’ en ‘Thérèse en Isabelle’ al in de jaren zeventig van de vorige eeuw een onuitwisbare indruk op mij door haar geheel eigen, onverbloemde en prachtige wijze van schrijven. Violette Leduc had een uniek talent dat onmiddellijk door de toen al beroemde Simone De Beauvoir werd gezien. Zij stimuleerde het schrijverschap van Leduc, deed buitengewoon veel moeite om haar werk onder de aandacht van uitgevers te brengen en hielp haar financieel.

 

In de film ‘Violette’ laat de regisseur Martin Provost dit mentorschap van de Beauvoir op indrukwekkende wijze zien. ‘De Beauvoir is vaak veroordeeld, maar ik wilde nu eens die formidabele kant van haar laten zien; hoe zij een andere vrouw min of meer geschapen heeft. Buitengewoon is het. Violette was heel erg alleen. Die eenzaamheid zocht ze ook deels, maar als ze echt alleen was gelaten, was ze nooit tot schrijven in staat geweest, denk ik. Ik denk dat De Beauvoir voor Violette als een vader was. Ze hield precies de juiste afstand. Ze bleef haar stimuleren. Niemand doet dat meer nu. Terwijl zo’n mentor voor een kunstenaar heel belangrijk is; de uitgever, de verzamelaar. En over die relatie wordt zelden gesproken. Dat wilde ik laten zien.’ (interview Volkskrant 8/1/2014)
Maar de film is meer: Provost vlecht in zijn verhaal ook de verhouding van Violette en haar moeder.

 

‘De tweede sekse’ van De Beauvoir is een mijlpaal in de geschiedenis van de vrouwenbeweging, maar als De Beauvoir alleen bekend was geworden vanwege het feit dat zij de drijvende kracht achter het succes van Leduc was dan was dat voor mij al voldoende geweest om haar de hemel in te prijzen.

In 1985 verschijnt bij de feministische uitgeverij Sara te Amsterdam in de Serie Moderne Klassieken ‘Thérèse en Isabelle’. Een boekje dat in 1965 voor het eerst verscheen in Frankrijk, en in 1969 voor het eerst in Nederland verscheen bij Bruna. De tekst maakte oorspronkelijk deel uit van het boek ‘Ravages’ dat in 1955 geamputeerd verscheen. De erotische passages die Leduc schreef werden gecensureerd door de uitgever. Leduc zelf voelde zich mishandeld en dat wordt in de film op een heftige wijze in beeld gebracht. Opmerkelijk was deze censuur in het Parijs van die dagen waar mannen zich literair erotisch konden uitleven op een voordien ongekende manier.

 

O, la, la, les femmes, maar zij moesten zich wel aanpassen aan de geest van de tijd. Of zoals Leducs uitgever Gaston Gallimard opmerkte: ‘Men zal het haar niet vergeven dat zij een vrouw is en over mannen en de liefde spreekt zoals tot nu toe alleen mannen over vrouwen spreken.’
Maar dat was het niet alleen want de bi-seksuele Leduc had nog meer noten op haar zang. In ‘Thérèse en Isabelle’ beschrijft zij op onnavolgbare wijze de liefde tussen twee meisjes op een kostschool. Ineens weet ik waarom ik weerstand voel om naar de film ‘La Vie D’Adèle’ te gaan. De lange film met zijn langdurende expliciete seksscènes die menigeen verrukken of waarvoor mensen de zaal uitlopen. Is het zo onverdraaglijk te zien dat seksualiteit tussen vrouwen in zichzelf voldoende kan zijn? Dat die seksualiteit geen gemankeerde seks is zoals het volksgeloof graag wil zien? Ik zou zeker niet de zaal uitlopen, maar wat weerhoudt mij dan? Ik houd van observeren maar in mij schuilt geen voyeur van het expliciet tussenbeense. Ik houd van de parallelle wereld die door taal of beeld wordt opgeroepen, of waar die parallelle wereld een verwijzing naar is. Een wereld die alle zintuigen aanspreekt. Deze wereld blijft verborgen bij expliciete seksscènes.

 

In Thérèse en Isabelle weet Violette Leduc die zinnelijke wereld en parallelle wereld op te roepen in een weergaloze taal. Je wordt meegenomen, blijft geen afstandelijke voyeur, maar verdwijnt zelf in het verhaal, in de taal. In de film zegt Leduc ‘ Ik ben een woestijn die alleen in monologen kan spreken.’ Maar het wonderlijke is dat zij door die monologen met mij de lezer, een verbinding aangaat. Hoe paradoxaal kan het leven zijn.

 

In 1985 schreef ik een inleiding bij het boekje ‘Thérèse en Isabelle’ dat toen bij uitgeverij Sara verscheen. Ik herlees de inleiding en passages uit het boek. Leduc was een eenzame voorloopster, een unieke vrouw met een pen van laaiend vuur. ‘Haar openheid was een schandaal’, vertelt de regisseur van de film, Martin Provost, in het interview in de Volkskrant.
Ik steek een kaars voor haar aan en bedank haar postuum voor haar oeuvre waarmee zij mede dankzij de steun en vriendschap met De Beauvoir de wereld verrijkte.

Gerelateerde blog:

Blog

De schaamteloze erotiek van Violette Leduc

Het is zeker dat de beroemde Franse uitgever Gaston Gallimard één keer in zijn loopbaan een slapeloze nacht heeft gehad. Dat was na het lezen van Ravages van Violette Leduc. Gallimard had reeds twee boeken van haar gepubliceerd (L’Asphyxie, 1946 en L’Affamée, 1948), maar dit boek achtte hij niet publikabel. Als ik die ravageuse in mijn stal laat, dan krijg ik vaders en moeders tegen mij, de ouders van leerlingen, de helft van het land.
Lees verder
Webdesign & development: www.silicium.nl