Van Nachtwacht tot Wombtomb

Tags:Bas Jan Ader, Ferdi Jansen, Marlene Dumas, Rijksmuseum,

Eerder gepubliceerd op 9-6-2013 op de blogsite van ATRIA – Kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis door Ineke van Mourik (bibliothecaris).

Het Rijksmuseum ademt na een lange periode van inademing weer uit. Afgelopen zaterdag bracht ik een bezoek. Natuurlijk ga ik kijken naar Vermeer’s Brieflezende Vrouw en de Nachtwacht. Maar op de derde verdieping wacht mij een verrassing.

 

De onderdoorgang
Na jarenlange sluiting van Het Stedelijk Museum en het Rijksmuseum te Amsterdam werd het feest deze lente want de musea openden eindelijk hun deuren. Het weer was slecht maar het culturele leven ging bloeien. De fietsers die jarenlang de onderdoorgang van het Rijksmuseum moesten missen, konden eindelijk weer hun favoriete route gebruiken. Dit kan voor mensen buiten Amsterdam een futiel genoegen lijken, maar het is bijna zo groot als de opening van het museum zelf.
Vorige week fietste ik met twee vriendinnen midden in de nacht onder het museum door richting Zuid. Ik ging zingen om te kijken of de akoestiek nog steed zo mooi is. Ja dus. En toen gebeurde het: toen we onder het museum door waren, ontvouwde zich een nachtelijke ruimte, het brede Museumplein. Ik moest stoppen want het overviel me. Zo mooi. In een stad als Amsterdam heb je maar een klein aantal plekken waar de ruimte zich zo voor je opent. De pont naar Noord over het IJ en als je vanuit de onderdoorgang naar Zuid fietst hebben die kwaliteit. Voor deze laatste mogelijkheid is jarenlang gevochten en er wordt nog steeds over gevochten. Maar wie de schoonheid ervan ervaart, weet hoe belangrijk het is deze gelegenheid te blijven bieden. Dan wint gevoel het van efficiëntie.

 

De Nachtwacht en Vermeer
Een museumkaart biedt je de luxe om wat te slenteren door een museum. Je hoeft niet perse alles te zien. Toch ga ik als eerste naar de Nachtwacht. Het schilderij is indrukwekkend opgesteld en de meeste bezoekers klonteren samen rond het grote meesterwerk van licht en schaduw. Achter mij staat een vrouw die met een onvervalst Amsterdams accent zegt: ‘Eigenlijk is het maar een klein rot schilderijtje.’ Ik moet erover nadenken. Ik dacht ook dat het groter was. Wordt door de aandacht voor de Nachtwacht ons beeld ervan opgeblazen? Of zijn we door het moderne leven gewend geraakt aan enorme proporties waardoor de Nachtwacht ineenschrompelt? Een andere bezoeker merkt op dat het schilderij door de restauratie wel erg helder is geworden alsof het werk in zijn niet gerestaureerde staat, somberder en donkerder, eigenlijk authentieker was.

 

Door naar de Brieflezende Vrouw van Vermeer. Ook hier is het aantal bezoekers groter dan elders en je begrijpt waarom. Wat een mooi verstild beeld! Een kunsthistorica vergruizelt het verstilde beeld door een rationeel betoog over de compositie en de horizontale lijnen uit te storten over een braaf luisterende groep. O, ik wens een bank en daar te mogen zitten met mensen die alleen maar zwijgend willen genieten of van binnen een beetje willen huilen van ontroering.

 

Ferdi, Marlene Dumas en Bas Jan Ader
Op de derde verdieping waar het aanmerkelijk rustiger is, wacht mij een drievoudige verrassing.
Ik zie eerst een merkwaardig kunstwerk uit 1969 van Ferdi dat doet me denken aan Judy Chicago. Het heet Wombtomb, een van kunstbont gemaakt werk, een soort doodskist met bovenop een onmisbaar vorm die aan een vagina doet denken. Dood en leven samengebracht in een nogal opmerkelijk werk.

Wie is deze Ferdi? Thuis doe ik naspeuringen via het internet. Zij is een Nederlandse kunstenares, Ferdi Jansen, haar echtgenoot was de beroemde Japanse kunstenaarTajiri. Waarom heb ik nooit van haar gehoord? Net zoals ik jaren geleden ook nog nooit van de beeldhouwer Pearl Perlmutter de echtgenote van Wessel Couzijn had gehoord. Bij mij in de buurt op het Emmaplein staat een werk van haar en zo ben ik erachter gekomen wie zij was. Twee vrouwen in de schaduw van hun mannen maar die hun sporen wel nalaten voor degenen die het willen zien.
Het Laatste Avondmaal (1985-1991) van Marlene Dumas (zij is zeer bekend en gelukkig niet ondergesneeuwd door een huwelijk of de geschiedenis) is ook een opmerkelijk werk. Het is door een anonieme gever geschonken aan het Rijksmuseum. Een eenzame Jezus zit alleen aan het laatste avondmaal (de avond voor zijn kruisdood) en boven zijn hoofd zweven talrijke foetussen. Dood en leven in een beeld gevat.
In dezelfde ruimte is een filmpje te zien van een huilende man: ‘I am too sad to tell you’ (1971). Het is werk van Bas Jan Ader (1941-1975), de kunstenaar die in 1975 op 33- jarige leeftijd de Atlantische oceaan wilde oversteken met een te klein zeilbootje en na een tijd werd vermist. Tien maanden daarna werd zijn bootje gevonden voor de kust van Ierland.

 

Wat is de ontroering en het verband tussen Het Laatste Avondmaal van Marlene Dumas, Tombwomb van Ferdi (Jansen) en ‘I am too sad to tell you’ van Bas Jan Ader?
Het Rijksmuseum laat ons de rijke geschiedenis van de Nederlandse kunst zien. Beroemde werken geschilderd door grote mannen. Maar op de derde verdieping (1900-2000) zie je een andere wereld ontstaan: een kunstwereld die zich opent voor nieuwe visies. De wereld van Cobra, Rietveld, Appel, Art Nouveau en Yves Saint Laurent.. Nog meest mannen maar ook vrouwelijke kunstenaars worden meer zichtbaar. We zien Ferdi Jansen en Marlene Dumas die oude thema’s van dood en leven nieuw leven inblazen en een onconventionele man, Bas Jan Ader, die huilt en zichzelf tot subject van zijn kunst maakt. Een heftiger contrast met de zelfverzekerde mannen en traditionele vrouwen die zijn afgebeeld door mannelijke kunstenaars op de andere verdiepingen van het Rijksmuseum, is nauwelijks denkbaar.
Those were the days, maar onze tijd is een andere.

 

Ik loop naar buiten, door de onderdoorgang richting Zuid. In mijn hart heeft zich de schoonheid van het Rijksmuseum en de ruimte van de derde verdieping geopend, voor mijn oog opent zich de ruimte van het Museumplein.

Webdesign & development: www.silicium.nl