OORLOG

Tags:Dubravka Ugresic, oorlog, Oriana Fallaci,

Oorlog

Inleiding bij het themanummer ‘Oorlog’ Lust & Gratie nummer 45, lente 1995

 

Ineke van Mourik

De ware soldaat liegt zichzelf voor als hij zegt dat hij de oorlog haat. Hij houdt hartgrondig van de oorlog. Niet omdat hij een bijzonder slecht, bloeddorstig mens is, maar omdat hij van vitaliteit houdt die (hoe paradoxaal het ook mag lijken) de oorlog in zich draagt. […] Je ogen zijn oplettender in de oorlog, je zintuigen wakkerder, je gedachten helderder. Je ziet ieder detail, neemt iedere geur, ieder geluid, iedere smaak waar. En als je hersens hebt, kun je in de oorlog het bestaan bestuderen zoals geen enkele filosoof dat ooit zal kunnen bestuderen: je kunt er de mensen analyseren zoals geen enkele psycholoog hen ooit zal kunnen analyseren, hen begrijpen zoals je hen nooit zult kunnen begrijpen in een tijd en plaats waar vrede heerst. Alsje dan bovendien een jager bent, een kansspeler, vermaak je je in de oorlog zoals je je nooit in het bos of in de toendra of aan de roulettetafel vermaakt hebt of zult vermaken. Want het wrede spel van de oorlog is de jacht der jachten, de uitdaging der uitdagingen, de weddenschap der weddenschappen.

Deze passage is te vinden in de dikke oorlogsroman van Oriana Fallaci, Insjallah over de oorlog in Libanon. Zij verwoordt een wrange waarheid die recht tegenover een ander gevoel staat: dat van een welgemeende afschuw en afgrijzen van oorlog en een hevig verlangen naar vrede. Tussen het liefkozen van je wapen en erover spreken als ware het je minnares, zoals ik een Servische soldaat zag doen in een televisiedocumentaire, en het al te bevlogen pacifisme van degenen die zelfs ter verdediging geen wapen zouden willen aanraken of leveren, schommelt de gemiddelde mens die zowel de ene waarheid als de andere in zich draagt. Het hele leven wordt getekend door deze polariteit in onze psychologische make-up: enerzijds de behoefte aan spanning via gewelddadige films, sm, survivaltochten, bungy-springen, het beoefenen van gevaarlijke sporten; anderzijds behoefte aan rust, meditatie, vakantie, lui liggen aan het strand, cocooning, saunabezoek

 

Wie een oorlog heeft meegemaakt, kan er blijkbaar ook door besmet raken. In een interview in Opzij (januari 1993) zegt Fallaci over haar gefascineerd zijn door oorlogen:

 

Dood, angst, honger, ik ben er mee opgegroeid. Toen het vrede werd verdwaalde ik. Ik was helemaal niet klaar voor vrede. Ik had als kind zo goed geleerd om de oorlog te overleven, om bij bombardementen op het juiste moment te vluchten. Ik wist waar ik moest schuilen, hoe ik eten kon stelen. Je raakt dus gewend aan oorlog en langzaam vergeet je de oorlog, of denk je hem te vergeten. Maar het blijft in je onderwustzijn zitten en als je 30 jaar bent of 35 jaar, wil je terug naar de oorlog, om het te begrijpen, om je jeugd te hervinden.

 

Zij gaat naar een nieuwe oorlog, de oorlog in Libanon en op basis van haar ervaringen daar schrijft zij Insjallah, een rauw, aangrijpend boek. Zij maakt gebruik van haar schrijverschap door met woorden verslag te doen van een oorlog, zonder zelf aan die oorlog deel te nemen. Zij stelt zich boven de partijen en hoeft zich niet bezig te houden met de keuze voor vrede of oorlog, voor goed of kwaad. Haar boek is een, zij het fictionele, betrouwbare bron van informatie over oorlog.

 

Een tegengestelde reactie, die niets met gefascineerd zijn door oorlog maar alles met afschuw en afkeer heeft te maken, vinden wij bij de schrijfster Dubravka Ugrešić, een Kroatische die vanwege haar kritische woorden over de oorlog in het voormalige Joegoslavië, door de nieuwe Kroatische republiek als verraadster wordt gebrandmerkt. In een oorlog wordt alles zwart-wit, goed en kwaad, vriend en vijand zijn duidelijk van elkaar onderscheiden, en wie nuances aanbrengt, wordt zowel door vriend als vijand gehaat en uitgestoten. Zo ook Ugrešić die nu in Berlijn woont. In haar boek Nationaliteitgeen en haar nieuwste boek De cultuur van de leugens, schrijft zij vooral over woorden als leugens.

Wat in die boeken schrijnend duidelijk wordt, is hoe oorlogen niet alleen met wapens worden gevoerd, maar worden voorbereid en gevoed door woorden. Woorden die worden geschreven door schrijvers die de haat en het vijanddenken aanwakkeren voordat nog maar een soldaat zijn hartstochtelijke oorlog gaat voeren. Hier wordt de schaduwkant van de vrijheid van meningsuiting zichtbaar. Zij roept op den duur zelf weer censuur op.

 

Maar stel dat de oorlog ophoudt, dat de doden voor zover mogelijk zijn begraven, de lintjes zijn opgespeld, dan begint de volgende oorlog: die van de herinnering en de waarheid. De Kroatische en Servische geschiedenis wordt nu al officieel herschreven en de waarheid zal moeten komen van dissidenten en onafhankelijke denkers en schrijvers als Ugrešić. Sinds de oorlog in voormalig Joegoslavië is ‘oorlog’ voor een groot deel van de naoorlogse Nederlanders pas echt in hun bewustzijn doorgedrongen. Ik zeg hier met opzet een groot deel, want onder andere voor naoorlogse joodse kinderen, kinderen van overlevenden van de Japanse kampen en kinderen van mensen die in de oorlog hadden gecollaboreerd, is deze oorlog altijd aanwezig gebleven. Zij zijn in zekere zin nooit bevrijd geweest. De bevrijde generatie voelt sinds het begin van de jaren negentig ook de adem van de oorlog in de nek en dit was de reden voor Lust & Gratie om een oorlogsnummer te maken. Dat dit nummer uitkomt in het vijftigste bevrijdingsjaar, is meer een samenloop van omstandigheden dan een geplande activiteit.

(Dubravka Ugrešić overleed op 17 maart 2023 in haar woonplaats Amsterdam)

(Alle afleveringen van Lust & Gratie, lesbisch cultureel tijdschrift,  zijn raadpleegbaar in de bibliotheek van Atria, Kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis te Amsterdam en online via DBNL) 

Webdesign & development: www.silicium.nl