Muziek uit mijn jeugd

Manja Ressler vroeg mij via FB in 2015 om zeven dagen lang muziek uit mijn jeugd te delen. Dat heb ik gedaan met youtube fragmenten. Hier alleen met foto’s.

Dag 1 zondag 20 december 2015

Het moet in de jaren vijftig zijn geweest dat mijn oudste broer ons via een 45 toerenplaatje voor het eerst liet kennismaken met rockmuziek: Bill Haley met Rock around the Clock. Ik was pas zes of zeven maar volgens mij sprongen mijn jongere zusje en ik (als de ouders even hun hielen hadden gelicht) ook zo door de kamer als op het filmpje. Minder danstechnisch goed maar wel wild.

Wij hadden een radio, eigenlijk meer een radiomeubel. Als je boven het radiogedeelte een klep open deed, bevond zich daaronder de pickup die je op twee toeren, 45 en 78, kon zetten. Grappig was altijd als het verkeerde toerental op stond. Dan klonk er of een sonoor traag gebrom of een hoog snel smurfengeluid. Je had ook een vaste hand nodig om de naald (eerst stofrestje verwijderen) precies goed bij het begin op de plaat te zetten.

 

Mijn oudste zus droeg jurken met een petticoat en bewoog zich voort op zulke hoge hakken dat de schoenmaker ze altijd als de hakken weer eens gerepareerd moesten worden demonstratief op de toonbak zetten. Ze waren zo hoog dat ze omvielen. Hoe kan een vrouw daar op lopen verzuchtte hij dan. Van haar leerde ik de foxtrot en de quickstep.

 

Dag 2 maandag 21 december 2015 

Mijn ouders hadden een verantwoorde box met een selectie van klassieke platen in huis. Nee, niet mijn ouders, mijn moeder had die aangeschaft, want mijn vader heb ik nooit kunnen betrappen op enige muzikale voorkeur. Luisteren in het algemeen was niet zijn sterkste zijde en ik denk dat het daar wat mee te maken had. Ja, hij had wel affiniteit met de plaatstelijke harmonie, daar was hij voorzitter van.

 

Als de harmonie eruit op trok dan werd mijn vader thuis opgehaald. In de verte hoorde je al de vrolijke klanken. Voor het huis stopten ze de leden in gelid en draaiden collectief een kwartslag. Als mijn vader zich vooraan naast het vaandel van Oefening Baart Kunst in hun gelederen had gevoegd, draaiden ze weer een kwartslag en liepen al spelend verder. Wij dansten er achteraan.  Na afloop van de gebeurtenis ter ere waarvan zij speelden, ging iedereen steevast naar het café.

 

Mijn moeder had een romantische ziel.  Zij luisterde het liefst naar de suikerzoet gevooisde stem van Jim Reeves. Wij vonden dat maar niks want ondertussen waren we in de jaren zestig beland en er stond van alles op uitbarsten.

Maar Jim Reeves is toch in onze oren blijven hangen. Mijn broer, de zanger Alex Roeka, memoreert Reeves’ klanken in zijn prachtlied Moeder (te horen op Youtube).

 

Wat hebben wij veel niet gezien als kinderen. Wij hebben onder andere niet gezien dat mijn moeders muzikale voorkeuren een diepe expressie waren van een onvervuld verlangen. Nu, alsnog voor haar: ‘I love you because…’

 

Dag 3 dinsdag 22 december 2015 

In ons gezin bestond een jarenlange traditie van zingen op feesten en partijen. Mijn moeder was de absolute inspirator voor dit edele schuifdeurwerk.  Was iemand 25 jaar getrouwd of bij een ander jubileum dan klom zij in de pen en componeerde een lied op een bekende wijs.

 

Later op de avond van de festiviteit, als mijn ooms licht aangeschoten waren, werden ze door mijn moeder in een wit kleed gehuld met engelenvleugels op hun rug en moesten zij het achtergrondkoortje vormen bij haar feestlied.

 

Mijn moeder hielp mij toen ik mee wilde doen (zij deed ook mee) aan een talentenjacht ter gelegenheid van het 600-jarig bestaan van Ravenstein, de plaats waar ik geboren ben. Ik was elf jaar jaar en won de tweede prijs (een vriendin op de rolschaatsen kreeg de eerste prijs). Mijn moeder kreeg volgens mij een eervolle vermelding vanwege haar lied ‘Het stadje Ravenstein, die piek, piekfijne stad’ Wat later won ik de eerste prijs op een songfestival in Oss.

 

Een jaar lang was ik een regionaal kindsterretje. Ik zong o.a. bij openingen van parochie- en buurthuizen, bij een personeelsfeest van een fabriek in Oss en voor de blinden in Grave. Het goede doel stond in mijn moeders levensbeschouwing voorop en zo behoedde zij mij voor de aasgieren die er waarschijnlijk toen al waren om een onschuldige kinderziel te exploiteren.

Deste verwonderlijker waren de keuzes van de liederen die zij mede aandroeg. Naast liedjes uit het repertoire van Connie Froboes (Zwei Kleine Italiener) en Jan & Kjeld (Banjo Boy), zong ik o.a. een pikant lied van Connie Francis, Lipstick on your Collar.

 

Ik heb mij later wel eens afgevraagd of mijn moeder wel goed genoeg Engels kon om dit volwassen lied helemaal te begrijpen. Toen ik naar kostschool ging, wilde ik ophouden met optredens omdat ik het na een jaar al vervelend begon te vinden dat iedereen mij alleen maar zag als dat leuke zingende meisje.

 

Wat wel bleef waren de varieté-avonden die wij op kostschool organiseerden en in de weekenden thuis het tweestemmig zingen met mijn zusje bij de afwas van het repertoire van Corrie en de Rekels. Een van de favorieten was: Vaarwel, ik zal geen traan meer om je laten. Wij hielden van dat soort muziek nog voordat het camp werd.

 

Dag 4 woensdag 23 december 2015

In de jaren zestig zat ik op kostschool Notre Dame des Anges bij de Franse nonnen in Ubbergen. Veel popmuziek bereikte ons niet. Af en toe een vleugje Beatles (Yesterday) door een leerlinge naar binnen gesmokkeld, maar toegestaan waren wel sommige Franse chansons en en natuurlijk ook de Belgische Soeur Sourire, met haar verantwoorde lied Dominique, Nique, Nique…. Het vervolg van haar carrière was minder onschuldig dan de nonnen dachten. Maar daar hebben ze waarschijnlijk nooit meer een gedachte aan gewijd.

Het lied werd wereldberoemd, maar alle opbrengsten gingen naar het klooster. Later (ze was inmiddels uitgetreden) werd Soeur Sourire achtervolgd door de belastingdienst die haar alsnog wilde plukken.

 

De lesbische liefde kon haar depressies blijkbaar niet verlichten. Of was dat in die jaren nog zo’n taboe dat dat alles alleen maar verergerde en was dat de reden dat zij was ingetreden?

 

In 1985 pleegde zij samen met haar vriendin zelfmoord. Wat er allemaal precies is gebeurd weet ik niet maar de titel van een documentaire (uitgezonden in 1985 door Veronica) is veelzeggend: Sœur Sourire, een glimlach tussen hemel en hel. Wat een verborgen tragiek in die tijd!

 

En ik? Ik wist nog in het geheel niet van dit soort zaken.

 

Ik leerde, genoot van de bijzondere natuur op de scheiding van heuvels en de Ooipolder, las, droomde en speelde, en er waren hartsvriendinnen.

 

Facebook Nostalgia voor de kerstavond. Speciaal voor degenen die geen kerst vieren zoals alle ongelovigen, atheisten, agnosten, joden, moslims, hindoe’s, boeddhisten en anderszins. Muziek brengt licht!

 

Dag 5 donderdag 24 december 2015

 

Er waren op kostschool niet alleen veel regels en verboden maar ook censuur op muziek en literatuur.

 

Rome dicteerde wat er wel en niet gelezen mocht worden. De Index librorum prohibitorum (lijst van verboden boeken) of kortweg de Index was van 1559 tot 1966 een door de paus vastgestelde lijst van boeken die katholieken niet mochten lezen omdat ze verwerpelijk werden geacht.

 

In de kunstgeschiedenisboeken waren vijgenbladeren  aangebracht waar zij niet altijd oorspronkelijk waren zoals men notabene in Rome zelf met eigen ogen kon aanschouwen. Precies tot het jaar van mijn eindexamen was de Index in werking.

 

Maar er bestond ook een niet uitgesproken censuur van een katholieke wereld die stilzwijgend in me was geslopen en waardoor ik in een eigen verborgen, geheime binnenwereld leefde. Die was nog onuitgesproken, die had nog geen woorden maar alleen gevoelens.

 

Ik maakte deel uit van een wereld die de juiste antwoorden pretendeerde te hebben en deels leefde ik in een wereld van vragen die ik niet mocht of kon stellen of die ik zelfs niet eens kon formuleren.

 

Verboden houden de spanning erin en wij werden erg inventief om te ontsnappen aan de strenge blikken van de nonnen. Alles buiten de poort was Avontuur. We klommen over het hek en de laatste twee jaren van mijn middelbare schooltijd, toen er niet meer zo op ons werd gelet, gingen wij elke dag naar het café De Tol, lager gelegen op de berg, om koffie te drinken en naar de jukebox te luisteren.

 

Die jukebox was een enorme uitvinding en een prachtig kleurrijk cafémeubel. Voor een kwartje kon je kiezen wat je wilde horen en dan zag je dat je favoriete plaatje automatisch uit een ronddraaiende schijf werd getild en op de platenspeler werd gelegd.

Een van mijn favorieten was Save the Last Dance van de Drifters. Weliswaar meer jaren vijftig, maar het was Engelstalig en dat was op zich al nieuw en de nonnen zouden er absoluut tegen zijn.

 

Nadat wij ons een uur hadden gelaafd aan verboden muziek, gingen we snoep kopen in het winkeltje aan de overkant en liepen dan weer terug om op onze kamers huiswerk te gaan maken. We leidden een beschermd leven en het zou nog maar even duren voordat we werden vrij gelaten in een wereld die ik eigenlijk nauwelijks kende.

 

Facebook Nostalgia, vandaag voor al degenen die Kerstmis vieren en ook nog weten waar dit feest over gaat. Nooit vergeten: het kindeke Jezus (Yeshua ben Myriam we Joseph) was een joods jongetje.

 

Dag 6 vrijdag 25 december 2015 

Ik heb drie broers en mijn oudste broer bracht Bill Haley het huis in. De broer die op kostschool in Weert zat, had een grote voorliefde voor Salavatore Adamo, zoon van een Belgische mijnwerker die oorspronkelijk afkomstig was uit Sicilië. Zijn Tombe La Neige schalde voortdurend door het huis.

Maar degene die eind jaren zestig mijn ziel het meest raakte was Leonard Cohen. Ik was net gaan studeren in Nijmegen en was van de ene dag op de andere van een vijfjarig verblijf in een omheinde kostschool in de vrije wereld van het op kamers wonen beland.

 

Mijn varende derde broer keerde in die tijd terug van een reis en bracht het debuutalbum van Leonard Cohen, Songs of Leonard Cohen, mee. Met een draagbare platenspeler trokken wij ons terug in het kantoor van mijn vader en op de grond zaten we uren, half in trance, te luisteren naar Suzanne, Sister of Mercy en al die andere liederen. Wat een geheimzinnige poëtische teksten en muziek!

 

Uit Suzanne:

 

Now Suzanne takes your hand
And she leads you to the river
She is wearing rags and feathers
From Salvation Army counters
And the sun pours down like honey
On our lady of the harbour
And she shows you where to look
Among the garbage and the flowers
There are heroes in the seaweed
There are children in the morning
They are leaning out for love
And they will lean that way forever
While Suzanne holds the mirror

 

Uit: Sisters of Mercy

 

Yes you who must leave everything that you cannot control.
It begins with your family, but soon it comes around to your soul.

 

Dat deze oude bard nog steeds alive and kicking is en mij nog steeds weet te bekoren en ontroeren, is een wonder. Tussen Leonard Cohen toen en Leonard Cohen nu ging een enorme wereld van muzikale rijkdom voor mij open. Niet alleen rock en pop, maar ook klassiek, blues, soul, wereldmuziek.

 

Voor 1967 was er weinig in vergelijking met wat later mijn oren bereikte.

 

Maar dierbaar was en is het.

 

In 1969 zouden de woorden uit Sisters of Mercy meer gaan betekenen dan alleen maar regels uit een lied. Maar daarover morgen.

 

Dag 7 zaterdag 26 december 2015

 

Het was 1969 en overal was het aan het gisten. In Amsterdam op het Spui hield Provo happenings en in Nijmegen roerden de studenten zich. Ik zat in het derde jaar van mijn studie en was al vroeg klaar met mijn tentamens en wilde een paar maanden weg. In de krant had ik een kleine advertentie gezien: counselors gevraagd om in de USA in een kinder zomerkamp sportlessen te geven en daarna kon ik met wat zakgeld een aantal weken door het land reizen.

 

Dat trok mij want het vooruitzicht om nog een zomer te blijven hangen bij mijn ouders of aan het strand te liggen met medestudenten leek mij mateloos saai. Ik wilde de hort op maar wist niet met wie en dit zou een uitgelezen kans zijn. Ver weg voor weinig geld.

 

Drie maanden lang werkte ik in een zomerkamp dat eigenlijk een afspiegeling was van mijn kostschool. Discipline en witte kleding (voor de staf) en elke ochtend een kring vormen bij het hijsen van de Amerikaanse vlag. Maar het was ook nieuw. Niemand kende me hier zoals vroeger op de kostschool en daarna in Nijmegen waar drie broers studeerden. Hier was ik niemands zusje en ik kwam uit een land waarvan nauwelijks iemand iets wist. Een verademing!

 

Die verademing werd nog groter toen ik ging rondreizen en een week bij een jong joods echtpaar in Chicago verbleef en daar de boeken van Herman Hesse, Jack Kerouac, Saul Bellow en Salinger leerde kennen. Het was het jaar van het grote muziekfestival in Woodstock en dat was overal te merken. Muziek, dansen en gratis voedsel in de parken. Na het witte uniform liep ik in bell bottom spijkerbroek en droeg ik een in leer uitgesneden ban-de-bom teken op mijn hals.

 

Het zinderde overal en op een feestelijker manier dan in Nijmegen waar het studentenverzet werd beheerst door studentenleiders die ellenlange theoretisch marxistische betogen hielden waar ik niets van begreep en waar iedereen zich ’s nachts klem zoop. Hier werd volop geblowd, maar daar waagde ik mij niet aan en ik was nog minderjarig voor de drankwet, maar broodnuchter viel er al veel te beleven.

De laatste week bracht ik door in New York en daar kon ik een kaartje bemachtigen voor de musical Hair. Dat was voor mij een enorme ervaring. De acteurs en zangers die van alle kanten uit de zaal zingend het podium opgingen. De politiek begrijpelijke teksten, het plezier, de vrijheid en de uitbundigheid, het was het leven zelf met alle emoties waarop geen taboes rustten. Na afloop mochten we allemaal het podium op om mee te dansen.

 

Een paar dagen daarna vloog ik terug en kwam, terwijl de zon boven zee opging, aan in Nederland. Vol heimwee. Er was iets in mijn ziel aangeraakt dat ik thuis nooit op die manier had kunnen vinden.

Webdesign & development: www.silicium.nl