L’ Abbaye du Val des Choues (2020)

De jachtzaal ademt geschiedenis
Triomf is een behaarde poot
de grijnzende kop van een everzwijn
met uitstekende slagtanden
of ruigheid uitgebeend in
zuiverwitte skeletten
Het slagveld van strijd:
houten schildjes met daarop
in gouden letters de namen van helden
hoe dapper zij streden en de tekst:
‘Het wilde zwijn gedood na een jacht van zes uur’

 

Een engelachtige jongen in een badjas
opent de gesloten poort
Een hooggehakte dunne Franse dame
komt opgewonden aangetrippeld
De vreedzame hond van mijn reisgezel
verstoort de meute die er lucht
van heeft gekregen
Op de immense binnenplaats
vliegen witte duiven uit de holle ogen
van vensterloze ramen
en in de bijgebouwen blaft de meute
haar hongerig concert

 

In welke droom zijn we beland na
een urenlage rit door steeds
ondoordringbaardere bossen?
Onze hoofden licht van de honger

 

Hier brevierden monniken eeuwenlang
in kerk en kloostertuin en stuurden
hun vredesgebeden de wereld in
De kerk is afgebroken en op
de open plek grazen herten en reeën

 

La Chambre Saumon heeft
zalmroze ruches boven het bed en
in de duizelingwekkende badkamer
wordt mijn lichaam
meervoudig gespiegeld

 

Hier brevierden broeders eeuwenlang
en tuchtigden hun vlees met kuisheid
Hun wildheid begraven in gebed

 

Is dit de vleesgeworden droom,
van lust, jachtig bloed en blaffende
honden in de ziel? Van onverdraaglijke
opgelegde zuiverheid?

 

Na het diner lopen we aangeschoten
over de stille cour, de uitgedroomde
droom slaapt. De sterrenhemel valt als
een beschermende koepel om ons heen

 

In het kristallijne ochtendlicht
rust de tuin en ik maak een staatsiefoto
van mijn reisgezel met haar hond
Hij staat op handhoogte
op een verweerd muurtje
Zij staat rechtop en haar hand
ligt losjes als een sjaaltje om zijn nek

 

Als we vertrekken, blaft
de meute ons uit

 

© Daniel van Mourik December 2020

Webdesign & development: www.silicium.nl