In memoriam: Frida Balk-Smit Duyzentkunst & Christiane Hardy

Tags:Christiane Hardy, Frida Balk-Smit Duyzentkunst,

Eerder gepubliceerd op 17-2-2013 op de blogsite van ATRIA – Kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis door Ineke van Mourik (bibliothecaris).

Deze week zijn er twee dierbaren overleden, twee vrouwen die een belangrijke rol speelden in het openbare leven vanaf de jaren zeventig tot nu, 2013, het jaar van hun overlijden. Hun leven kan worden samengevat in het mooie citaat van Vasalis dat de rouwadvertentie van Frida Balk sierde: ‘Het werd, het was, het is gedaan’
Twee crematies in een week van twee vrouwen die een generatie verschilden: Frida Balk werd geboren in Amsterdam in 1929 en Christiane Hardy in 1950 in Heerlen.

 

Frida Balk-Smit Duyzentkunst
Frida werd voor de oorlog geboren in het gezin van een meubelmaker en ontworstelde zich aan haar buurt en afkomst, ging Nederlands studeren en werd in 1970 hoogleraar. Enkele citaten uit een interview in Opzij:

 

‘De buurt vond mij gek; het hoorde niet, een meisje van de Olympiakade naar het lyceum. Ze vonden dat ik een goede huisvrouw moest worden. Dat is het enige waar ik altijd last van ben blijven houden, dat ik geen goede huisvrouw zou zijn. Dat ben ik ook niet.’
Mijn ouders begrepen dat ik gek was op taal, maar niet dat ik de wetenschappelijke kant ervan interessant vond. Mijn moeder vond dat wetenschap niet bij mijn milieu paste. Ze had liever gezien dat ik kinderliedjes of cabaretteksten was gaan schrijven. Iets dat zij begreep. Mijn hoogleraarschap betekende een verwijdering tussen haar en mij. Dat is mijn redding geweest, want die moederbinding was te sterk en zat mij in de weg.’

Frida trouwde kreeg kinderen en op de rouwbijeenkomst spraken haar man, schoonzus, de oud directeur van het IVN (Internationale Vereniging voor Neerlandistiek) en haar kinderen. Op de rouwbijeenkomst waren ook een aantal feministes die in de jaren zeventig bij haar colleges hadden gevolgd en hoewel zij niet een van de feministische activisten was, werden haar colleges geroemd om de speelsheid die zij als taalkundige aan de dag legde. Zij schuurde als vrouwelijke hoogleraar langs de randen van het feminisme met haar analyses van het werk van Vasalis en Fritzi Harmsen van Beek en hoewel menig studente zich in haar verliefde bleef zij de beminnelijke maar toch afstandelijke geleerde die haar prive-leven strikt gescheiden hield van haar professionele leven.

 

Hoe anders was het leven van Christiane.

 

Christiane Hardy
Christiane was ook typisch een kind van haar tijd. Zij leidde een leven waarin het persoonlijke en politieke een innige verbintenis waren aangegaan en was lang redacteur bij een van de meest links progressieve uitgeverijen, uitgeverij Van Gennep te Amsterdam. Zij verbleef veel in het buitenland en was een activiste pur sang. Zo trouwde zij ooit met een man uit het oostblok om die op legale wijze naar Nederland te krijgen. Als lesbo gebruikte zij het huwelijk om iets voor elkaar te krijgen dat zij als onrecht ervoer. En zij bracht Oost-Europese auteurs die hier onbekend waren onder de aandacht. Die bevlogenheid kwam tijdens de rouwbijeenkomst voortdurend aan de orde. Er werd gesproken door haar broer, haar zus, door Ed van Tijn die zijn laatste boek met haar als redacteur had voltooid, haar ex-geliefde, en haar hartsvriendin Karin Spaink. Toen bekend werd dat Christiane ongeneeslijk ziek was, stelde Karin voor om te trouwen. Beiden waren altijd tegendraads en tegen het huwelijk, maar nu zagen zij het als een bezegeling van hun vriendschap en meer. In een column in het Parool beschreef Karin op indrukwekkende wijze waarom zij deze stap namen. Een citaat:

 

‘Begin juli belde ze met belazerd nieuws. Ze had kanker, ongeneeslijk en onbehandelbaar, nog van het snelle soort ook. Binnen een kwartier was ik bij haar. We huilden uit, maakten lijstjes van wat ze nog wilde doen, wie er gebeld moesten worden en wat ze moest regelen.

Anderhalve dag later besloten we te trouwen. Deels omdat Chris vreselijk graag wilde dat er de komende maanden iemand naast haar zou staan die nooit meer weg ging, deels omdat echtgenoten wettelijk nu eenmaal meer mogen dan hartsvriendinnen, meer dan broers en zussen. En deels trouwden we omdat we het slechte nieuws zo in een groots afscheidsfeest konden verpakken, en haar vrienden de gelegenheid konden bieden haar nog eenmaal in optima forma te zien. En we trouwden omdat dames onderling dat tegenwoordig eindelijk mochten, en wij nu mooi gebruik konden maken van dat recht.
We noemden het ‘tegendraads trouwen.
Half augustus, op de warmste dag van de eeuw, kwamen honderdvijftig vrienden bijeen in de Tolhuistuin. Haar broer gaf haar weg aan mij, haar zus was onze getuige. Het werd een wonderschoon, ontroerend feest.’

 

Een paar weken geleden was ik op vrijdagmiddag om 17.00 uur in Saarein, een café in Amsterdam, waar Christiane elke week, voor zover zij kon, recipieerde. Iedereen die haar en andere vrienden en vriendinnen wilde spreken kon langskomen en die vrijdagen groeiden uit tot iets bijzonders.
Want iedereen die geen gezin heeft en op een andere dan een traditionele manier leeft, moet zelf of met haar vriendinnen en vrienden nieuwe vormen van zorg voor leven en sterven scheppen. En dat gebeurt. Er was verdriet, maar er was ook een kracht en vreugde die Christiane’s sterven tot meer maakte dan alleen dit verdriet.

 

Twee levens met verschillende achtergronden en levensstijlen, geboren respectievelijk in 1929 en 1950, gestorven in hetzelfde jaar.

‘Het werd, het was, het is gedaan.’

Zie ook: http://www.spaink.net/2013/02/13/the-lush-and-the-widow/

Webdesign & development: www.silicium.nl