Berthe Morisot (1841 – 1895) schilder van licht

In het najaar van 2017 breng ik een bezoek aan Musée Marmottan Monet in Parijs. Een niet al te groot sfeervol museum met veel werken van Monet. Maar wat velen niet weten, is dat daar ook een grote collectie schilderijen en tekeningen hangt van Berthe Morisot, een van de weinige vrouwelijke impressionisten*. Na afloop lopen we het winkeltje binnen en daar bevindt zich een schat aan boeken over Monet. Grote, kleine, dikke, dunne, het kan niet op. En alsof dat nog niet genoeg is, op een grote hoeveelheid mokken, schriften, potloden, kaarten en andere prullaria teisteren de waterlelies je ogen. Maar niets over Morisot en zelfs als ik vraag naar documentatie over haar kijkt de vrouw achter de toonbank mij wazig aan. Het is om gek van te worden. Als er al aandacht is voor het werk van een vrouw dan is het risico groot dat er een vloedgolf van heren overheen gaat. Monet is een product geworden en Morisot blijft in de schaduw ondanks dat er aardig wat over haar is geschreven. De ervaring leert dat het meestal vrouwen zijn (biografen, kunsthistorici) die het werk van hun seksegenoten aan de vergetelheid ontrukken.*

Zelfportret

Tot mijn grote vreugde zag ik, terug in Amsterdam, een documentaire over haar aangekondigd: Berthe Morisot: Moed, Storm en Liefde. De regisseur Klaas Bense kocht een aantal jaren geleden online een schilderij, een portret van een vrouw. Thuis ontdekte Bense een naam op de achterkant van het schilderij: ‘Berthe Morisot, 1871’. Hij kende wel haar naam, maar wie was Berthe Morisot? En hoe kwam het dat hij zo weinig van haar wist? Met het schilderij onder zijn arm trekt hij naar Parijs om meer te weten te komen over Morisot. Mooie opzet voor een documentaire maar uiteindelijk toch teleurstellend zoals ook Joke de Wolf in haar Atria-blog* beschrijft: ‘Het lijkt alsof Bense zo vol is van zijn eigen Morisot-schilderij dat hij vergeet naar Morisots andere werk te kijken.’

Verder ontdekte ik nog een film over Morisot uit 2012 waarvan de recensies in ieder geval niet juichend waren. Maar beter iets dan niets. Als het helpt om haar werk onder de aandacht brengen, moet je soms niet al te kritisch zijn. Als Morisot’s naam in je gaat rondzingen dan ga je vanzelf op zoek naar plekken waar haar schilderijen en tekeningen hangen en naar deskundige publicaties over haar (o.a. van de kunstcriticus Linda Lochlin, die al in 1988 aandacht besteedde aan haar werk). In het onvolprezen Atria vond ik een uitgebreide catalogus van haar werk uit 2012. Notabene mede uitgegeven door het Musée Marmottan Monet, maar blijkbaar niet meer in druk. Maar het zal beter gaan: in 2019 komt er een grote tentoonstelling van haar werk in het Musée D’Orsay in Parijs.

Ik word wakker in een huisje in Egmond en kijk uit over de tuin en het daarachterliggende landschap: weiden en in de verte enkele boerderijen. Het is nog vroeg en er is een vage oranje gloed in de lucht. Wat later hangt er een voile van glanzende mist over de tuin en het landschap. Het zijn momenten in de ochtend die heel snel veranderen en die ik zou willen vasthouden. Het zijn ervaringen van pregeboortelijke schoonheid. Van een ontroerende puurheid voordat het leven eroverheen raast. Zo stel ik me voor dat Morisot schilderde: zij wilde die visuele ervaringen vastleggen en daarin is zij vaak wonderwel geslaagd.

In de inleiding van Jean-Marie Rouart (Berthe Morisot: from Wound to Light) in de catalogus vond ik hierover een interessante opmerking. Haar schilderijen ademen een sfeer van rust, elegantie, harmonie en paradijselijk geluk maar: ‘The paradox of this work that comes across as spontaneous, cheerful, gentle and harmonious is that it was born of suffering, of a doggedness and despair that would be difficult to imagine were they not attested by so many pages in the notebooks and letters written by this artist who was always dissatisfied by herself .’

 

Nu lijden de meeste kunstenaars onder een gevoel van ontevredenheid (bijna nooit lukt het om precies vast te leggen wat je wilt uitdrukken) maar ongetwijfeld speelde haar vrouw-zijn daarbij een rol. Ook al werd zij gesteund door haar familie en haar vrienden onder de impressionisten, zij moest vechten tegen de conventies van haar tijd. Haar zus Edma met wie zij tien jaar lang samen schilderde gaf haar schilderen op toen zij trouwde. Berthe trouwde met Eugène Manet, ook een schilder, maar bleef doorwerken en werd door haar echtgenoot gesteund. Een zeldzaamheid.

Eugène Manet en dochter Julie

Ik ben benieuwd naar haar dagboeken die nog in familiebezit zijn om meer inzicht te krijgen in haar hele leven. Het is ondenkbaar dat de Frans-Duitse oorlog en de maandenlange bezetting van Parijs in 1870/’71 niet tevens een rol in haar leven hebben gespeeld.

 

Waar dagboeken vaak de worstelingen en schaduwkanten van het bestaan vastleggen, wilde Morisot juist in haar kunst de vluchtige lichte momenten vastleggen en dat getuigt van een gezond realisme. Jean-Marie Rouart spreekt over de ‘happiness of the sad’. Dat is ook wat troost is. Dat betekent dat zolang je die vluchtige momenten kunt zien, ze kunt vastleggen en ervan kunt genieten, de wereld van lijden, negativiteit, je niet zal vergiftigen en zieldood maken.

 

Berthe Morisot’s werk is een ode aan de schoonheid van het leven.

Webdesign & development: www.silicium.nl