Nashville Verklaring: een gevaarlijk manifest

Nashville was voor mij altijd de stad en de plek die ik associeerde met de super heteroster Dolly Parton met haar onvergetelijke muziek, hoog kapsel en royale boezem en de potteuze K.D. Lang die de country-muziekwereld op stelten zette door met kortgeknipt haar en stevige laarzen onder haar countrystyle-rok over het podium van de Grand Ol Opry te banjeren. 

nashville statement

Maar nu is er een nieuwe, minder fijne associatie bijgekomen: The Nashville Statement. Het een verklaring die in 2017 in Nashville is opgesteld door evangelische christenen en die in Nederland recent is vertaald en is ondertekend door 250 personen (meest dominees) en ook door Kees van der Staay, lijsttrekker van de SGP en lid van de Tweede Kamer. 

De commotie die deze week over deze verklaring is losgebarsten wordt door bijbelgetrouwe christenen naar alle waarschijnlijkheid gezien als bewijs voor alles wat zij beweren in hun verklaring. Er wordt gesproken over de ‘homolobby’ (hier gaat al een belletje rinkelen) die ons allen in het verderf zou storten. In onze wereld van vrije meningsuiting mag ieder zeggen wat zij of hij wil, dus waarom zouden de bijbelgetrouwe christenen dat niet mogen? Dat mag maar dan moeten de opstellers van die verklaring niet verbaasd zijn als ze van alle kanten op hun falie krijgen. Zij krijgen niet alleen op hun falie van vele medechristenen maar ook van andersoortige gelovigen en seculieren (zij die geloven dat zij niet geloven). Vanuit een menselijk oogpunt is de verklaring een voorbeeld van uitsluiting en het veroordelen van een deel van de mensheid. Binnen de eigen christelijke gelederen waar door de jaren heen langzamerhand begrip en discussie is ontstaan over homoseksualiteit, transgender, feminisme en gender, wordt nu de klok teruggedraaid met alle rampzalige gevolgen van dien. De groep die de verklaring omarmt mag dan marginaal zijn zoals Margriet van der Linden opmerkt in een interview, zij merkt daarbij meteen op, en zij spreekt uit ervaring, dat de impact van deze verklaring op het leven van een mens, zeker van een kind in die kringen, enorm is en in de meeste gevallen verwoestend. 

Terug naar de tekst van de verklaring. In het voorwoord wordt geconstateerd dat we in een historische overgangssituatie zitten. De westerse cultuur is postchristelijk geworden en is bezig om op ingrijpende wijze een nieuwe invulling te geven aan wat het betekent mens te zijn. Ja, dat is een rake constatering maar dan komt het: ‘Over het geheel genomen ziet de geest van onze eeuw niet langer de schoonheid van Gods bedoeling met het mensenleven en verblijdt zij zich daar ook niet meer in.’ Het is nu juist opmerkelijk dat de geest van onze eeuw juist meer schoonheden is gaan zien dan voorheen. Persoonlijk ben ik als feministe en lesbo meer vreugde en schoonheid gaan zien in het leven en verblijd ik me dat ik geboren ben in deze opwindende historische overgangstijd. ‘Menigeen ontkent dat God mensen heeft geschapen tot Zijn eer en dat Zijn goede  doeleinden voor ons ook betrekking hebben op ons persoonlijke en lichamelijke ontwerp als mannelijke en vrouwelijk.’ Het menselijk zelfverstaan als mannelijk en vrouwelijk zou geen deel meer vormen van Gods mooie plan, maar is een uiting van iemands eigen autonome voorkeur. Met dat laatste lijkt me niets mis, maar dan komt het: ‘Op deze wijze wordt de weg tot volle en blijvende vreugde middels Gods goede ontwerp voor zijn schepselen vervangen door het pad van kortzichtige alternatieven die vroeg of laat het menselijke leven ruïneren en God onteren.’

father i am a lesbian

Laten we het concreet houden: ik zou dus met mijn levenswijze (en daar hoort ook mijn feminisme bij) Gods ontwerp bezoedelen en bovendien het menselijk leven ruïneren. Dat is een uiterst kwalijke beschuldiging die zich bovendien beroept op een God die de mijne niet is. Mijn God heeft de mens geschapen in al zijn variaties en kleuren, een mens altijd in beweging. De bekrompenheid om je te beroepen op een bijbels Godsbeeld dat al lang uitbreiding heeft gekregen van andere Godsbeelden is in mijn ogen gedateerd. Het even verderop in de verklaring nog eens benadrukken dat in deze verklaring getuigenis wordt gegeven voor het ware verhaal, is van een ongehoorde arrogantie. Kortom alle verhalen van andere geloofstradities of andere interpretaties van christelijke verhalen zijn niet-waar. 

Na het voorwoord volgende de verschillende Artikelen die voorspelbaar voortvloeien uit het voorwoord: o.a. het huwelijk als alleen een levenslange verbondsrelatie tussen éen man en éen vrouw, geen seks buiten het huwelijk, man en vrouw zijn verschillend maar als personen gelijkwaardig, seksuele gelijkgeslachtelijke aantrekkingskracht is geen onderdeel van Gods oorspronkelijke schepping, homoseksuelen kunnen een vruchtbaar leven leiden mits rein (dus afzien van seksualiteit), het is zondig om homoseksuele onreinheid of transgenderisme goed te keuren, de genade van God in Christus geeft zowel vergeving en kracht om zondige verlangens te doden. 

Het lijkt of de historische overgangssituatie met al zijn nieuwe bevindingen op religieus (o.a. nieuwe interpretaties van Bijbelpassages), natuurwetenschappelijk en sociaal wetenschappelijk gebied (o.a. over het verschil tussen sekse en gender) geheel zijn voorbijgegaan aan de evangelische christenen in de USA en hun christelijke sympathisanten in de diverse landen. Dat zouden we makkelijk kunnen afdoen door hen af te schilderen als een stel malloten, maar dat is te makkelijk. Als er ook maar éen christelijke LGBTQ-persoon hierdoor in de moeilijkheden komt en haar of zijn leven wordt geruïneerd, is dat de grootste zonde die een mens kan begaan. Daarom alleen al zou je de verklaring moeten afwijzen. Juist omdat zo’n verklaring/statement/declaration in steen gebeitelde uitspraken bevat.

Kees van der Staay beweert dat de Verklaring geen anti-homo manifest is. In het nawoord van de Verklaring lezen we: ‘Zij die bij zichzelf een homoseksuele gerichtheid herkennen of worstelen met hun geslachtelijkheid, mogen weten in de christelijke gemeente een volwaardige plaats te hebben.’  De zonde (zijn wij niet allen zondaars?) kan door zelfverloochening (onthouding) en Gods genade worden overwonnen. Onze identiteit ligt niet in onze seksualiteit maar in onze verhouding tot Christus. Kees van der Staay en alle anderen die achter de Nashville verklaring staan laveren handig tussen schijnmededogen (een volwaardige plaats), zalvend erbarmen (alsof homo’s een enge ziekte hebben) en de ontering van God door zonde en verderf. Maar als je verder in de wereld rondkijkt dan zie je dat deze verklaring wel degelijk tot anti-homo beleid en discriminerende praktijken en geweld kunnen leiden. In 2013 publiceerde Amnesty International een rapport over de verontrustende opmars van homofobie in 37 van de 54 Afrikaanse landen. Dat komt mede door de groeiende invloed van evangelische christenen en de pinksterbewegingen. Jaarlijks gaan er duizenden gesponsorde Amerikaanse zendelingen naar Afrika om het anti-homo-woord van God te verkondigen en het woord ‘homolobby’ (vanuit het Westen komend) te gebruiken om daarmee ook in te spelen op anti-koloniale tendensen. De anti-homo activiteiten zijn dus al fors gaande en de Verklaring uit 2017 zal alleen maar meer olie op het vuur gooien. 

loesje homo

Ja, iedereen mag zeggen wat hij wil, maar het is naïef te denken dat alles wat je zegt en zeker als je dat in een gezaghebbend stuk schrijft geen desastreuze gevolgen kan hebben zoals in het geval van de Nashville Verklaring. Met deze Verklaring zullen ook andere fundamentalisten die anti-homo, anti-trans en anti-feministisch zijn, op de loop gaan. Het definiëren van je eigen identiteit (in dit geval de christelijke) door het discrimineren van anderen en dit ondersteunen met de bijbel of het evangelie is een krachtig middel. De christenen hebben in dit opzicht een kwalijke historie m.b.t. joden, zwarten en afvalligen (ketters) en die dreigt zich te herhalen maar nu met andere groeperingen. Het is daarom ook zo verbijsterend om de opmerkingen te lezen van de iniatiefnemer van de vertaalde Nashville Verklaring, Piet de Vries (o.a. werkzaam aan de VU te Amsterdam): ‘We moeten een geluid laten horen. Toen de nazi-ideologie zich opdrong, zwegen de kerken. Nu dringt de genderideologie zich op en zwijgen de kerken weer te vaak.’ 

Wel wel, hoe dapper en moedig kun je zijn na de oorlog en wat een foute vergelijking! Mijn God gruwt van het zwijgen tijdens de nazi-jaren, maar zal zeker ook gruwen van wat mijn medemensen wordt aangedaan in naam van de Nashville Verklaring.

Op zoek naar de verloren vrouw 3

Eerder gepubliceerd op 21-1-2013 op de blogsite van Aletta E-Quality door Ineke van Mourik (bibliothecaris).

Michiel van Erp

Opnieuw aandacht voor de documentaire èn het boek van Michiel van Erp, I am a woman now. Het boek biedt uitgebreide interviews en is een welkome aanvulling op de documentaire. Het verhaal van Jean Lessenich is anders dan dat van de anderen.

Jean Lessenich
De Duitse Jean Lessenich ziet er ondanks de operatie en hormonen uit als een man met vrouwelijke trekken of een wat forse lieve boerse vrouw. Zij heeft een zware stem en als zij met een vriendin wordt gefilmd in de disco, in de tuin of in het meer, lijkt zij nog het meest op een klassieke butch. De levensgeschiedenis van Jean is anders dan die van de andere vrouwen uit de documentaire. Zij bewoog zich niet in de kringen van de nachtclubs, schoonheid en glamour, maar was art director.

Na de operatie had zij gelukkige jaren en genoot ervan zich vrouwelijk te gedragen. Zij droeg hoge hakken en spendeerde een fortuin aan haar uiterlijk, maar toen zich aansloot bij de vrouwenbeweging werd zij door veel vrouwen afgewezen. ‘Het is het zwaarste wat ik in mijn leven heb moeten ervaren: erkend te worden door vrouwen.’, zegt zij in het boek. Haar ervaringen met de vrouwenbeweging waren geen incident. De solidariteit met transvrouwen van veel feministen in de jaren zeventig en tachtig was vaak ver te zoeken en leidde tot hevige polemiek en ideologische strijd.

‘Make-up en kleding maken je nog niet tot een echte vrouw’, zegt Jean in de film. Op de vraag van de interviewer wat dan wel, geeft zij na enig nadenken het volgende antwoord: ‘een zelfbewust persoon die precies weet hoe zij de fantasieën van mannen kan vervullen.’ Zij doet zelf iets wat daar op lijkt: op verzoek van haar Japanse vriendin leidde zij twintig jaar lang weer een uiterlijk leven als man om met haar te kunnen leven. In dit geval heeft zij de fantasie van haar vrouw vervult en zou je haar een zelfbewust persoon kunnen noemen. Maar het offeren van haar verworven identiteit had ook een prijs: ‘Ik stopte met mijn vrouwenleven. Als ik er achteraf naar kijk, zie ik mijn daad als een vorm van zelfmoord, maar zonder dat ik mijzelf daadwerkelijk ombracht.’ Interessant is ook nog dat Jean als vermomde man ontdekte dat zij al die jaren als vrouw een derde minder verdiend had dan de mannen, en als man plots carrière maakte. Voor die tijd werd zij weliswaar als vrouw aangenomen voor een baan, maar zij bleef ‘die transseksuele vrouw’.

Als kind was Jean stil, zij voelde zich een buitenstaander. Het gezin was bovendien protestant in een katholiek dorp. Haar vader hield niet van haar en haar moeder wilde graag en meisje en noemde hem/haar een tijdlang Rosemarie. Bij haar ouders leefde ook een grote angst voor homoseksualiteit. Toen zij zestien was las zij een artikel over Coccinelle, een zangeres uit de stal van de nachtclub Caroussel, die zich in Casablanca had laten opereren. Dat wilde zij, en zij wilde lijken op het meisje uit haar buurt. Een meisje met een rood Duits jurkje en blonde vlechten. Zij wilde ook weg uit het benauwde dorp waar zij vandaan kwam. Nu op haar oude dag, woont zij in een nabij gelegen dorp.

images-5

‘Het past zoals het nu is’, zegt zij in het boek, ‘ ik ben oud geworden zoals de boerenvrouwen in deze streek.’ En zij trekt haar conclusies: ‘ Je moet het durven om buiten de bestaande profielen van mannelijk en vrouwelijk te stappen en die hele ‘passing’ (je gedragen naar een cliché van de gemiddelde heteroseksuele vrouw) op te geven. Zij spreekt in het boek van een transidentische geaardheid: je bent iets anders dan uitsluitend man of vrouw. Zij refereert daarbij aan Sandy Stone, de transvrouw die door de radicaal feministische Janice Raymond in haar boek The Sexual Empire werd neergesabeld en die daarop een vlammend manifest schreef: The Empire Strikes Back: A Posttranssexual Manifesto. In een volgend blog ga ik hier verder op in.

Vragen
De vrouwen die ik in de documentaire zag, waren in de meeste gevallen vrouwen die beantwoorden aan een klassiek beeld van de vrouw, aan de heersende opvattingen over hoe en wat een vrouw moet zijn. Het zijn vrouwen geworden die bijna allemaal een grote aandacht voor de buitenkant hebben of hadden. Het zijn vrouwen waarin ik me nauwelijks herken. Niet in de nachtclubartiest en het fotomodel, niet in de varieté-danseres, niet in de schoonheidsspecialiste, en niet in de Duitse vrouw die er opvattingen over vrouwzijn op nahoudt die de mijne niet zijn, maar die deze later in het boek lijkt te weerspreken.
Zij zijn op zoek gegaan naar de vrouw maar hebben ze haar ook echt gevonden?

In het boek maakt vooral Jean Lessenich een aantal interessante opmerkingen die lijken ingegeven door haar leven als een kluwen van verwarde identiteiten, door haar ouderdom, haar participeren in de vrouwenbeweging en haar belezenheid. Zij verzet zich tegen de gedachte dat je als transseksueel zou moeten voldoen aan het gemiddelde heteroseksuele beeld van vrouwen. Zij ervaart zichzelf als transidentisch (dat het in de eerste plaats gaat om identiteit en pas daarna om geslacht) en de essentie daarvan is dat je iets anders bent dan uitsluitend man of vrouw. Als zij haar leven overziet, haalt zij de woorden van een vriendin aan:’…je merkte dat je ook zonder operatie had kunnen leven, maar je moest eerst geopereerd worden om het te ontdekken.’

Alle vrouwen in de documentaire hebben ooit een drastische keuze voor een geslachtsoperatie gemaakt. Maar wat was het probleem, wat waren de problemen?
Was het de aantasting van de lichamelijke integriteit, het seksuele en psychologische misbruik? Het taboe op homoseksualiteit? De reactie van ouders en omgeving op een sekse-ambigue kind? Het taboe op de talenten en mogelijkheden die aan een bepaalde sekse worden toegeschreven en dus verboden waren voor de andere sekse?

Ondertussen leven we in andere tijden waarin meer acceptatie en aandacht is voor de bovengenoemde problemen. Maar we hebben ook de DSM V en de psychiatrisering van de wens tot geslachtsverandering. De diagnose Gender Identity Disorder is veranderd in Gender Dysphoria (geen echte vooruitgang, lijkt me) en meer mensen dan ooit willen van geslacht veranderen Wat is er aan de hand? Want wat betekent de veel gehoorde uitspraak ‘in een verkeerd lichaam geboren te zijn’, precies? Is het een uitspraak die de hele lading van problemen dekt of gaat het om iets dat nog dieper ligt dan alle medische, sociale en psychologische factoren?
De titel van zowel de documentaire als het boek is: I am a woman now, maar als je alles hebt gezien en gelezen, weet je steeds minder wat een vrouw is.

Op zoek naar de verloren vrouw 2

Eerder gepubliceerd op 16-12-2012 op de blogsite van Aletta E-Quality door Ineke van Mourik (bibliothecaris).

Zal het bekijken van de prachtige documentaire van Michiel van Erp ‘I am a woman now’ en het lezen van zijn boek mij verder brengen in mijn zoektocht? Want als er iets intrigerend is dan is het wel radicale sekse-overschrijding.

images-4

Burou
In de documentaire ‘I am a woman now’ komen vijf oudere vrouwen aan het woord die in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw als man zijn afgereisd naar Casablanca om daar door de gynaecoloog George Burou operatief te worden omgebouwd tot vrouw. In de film wordt ook de zoon van Burou geïnterviewd en op de vraag waarom zijn vader die operaties deed, kon hij eigenlijk geen antwoord geven. Of toch. Hij zei: ‘Het was een sport voor hem.’ Hij kon het, dus hij deed het en als je de verhalen hoort van de mannen die daar kwamen was het snel geregeld. Je betaalde en je ging weer weg. Van enige psychologische begeleiding of goed gesprek was geen sprake. Burou is een voorloper maar wel een die zich voor zover ik kan nagaan uitsluitend bezighield met de technisch/medische kant. Of zoals Corinne het uitdrukt in het boek dat onder dezelfde titel als de documentaire is verschenen: ‘Het foutje van de natuur is door hem hersteld’. Maar als er forse complicaties optreden en zij Burou schrijft, krijgt zij geen antwoord en moet zij het zelf in het zwarte medische circuit oplossen. Het geeft me een onbehaaglijk gevoel dat iemand zo zakelijk omgaat met iets dat zulke diepgravende consequenties heeft.

Zijn de vijf vrouwen die zijn geïnterviewd representatief? Zij lijken allemaal redelijk tevreden. Maar hoeveel mislukkingen waren er? Ik bedoel dan niet alleen medisch gezien, maar ook psychologisch? Want welk probleem moest er worden opgelost? Alleen dat foutje? De vijf vrouwen in de film waren ten tijde van de operatie jonge volwassenen en hadden al een leven van pijn en ellende achter de rug. Zij liepen grote risico’s en hadden er veel geld voor over om hun lichaam drastisch te veranderen. Je bent in je jaren twintig en verandert van geslacht: je wordt een jonge vrouw. Maar waar zij nog niet bij stil stonden, was dat zij ook oude vrouwen zouden worden. Of zoals een van de vrouwen het formuleert in de film: ‘Dat hoorde niet bij de fantasie.’

April Ashley – de Engelse
April Ashley, afkomstig uit een arbeidersbuurt in Liverpool, ziet er nu uit als een adelijke dame met grijsblauw haar. Het was al vroeg onduidelijk (ook geslachtelijk) of zij een jongetje of meisje was. Zij werd als jongetje opgevoed maar gepest op school en door haar moeder mishandeld. Hij deed een poging tot zelfmoord, belandde in een inrichting waar hij mannelijke hormonen kreeg en shocktherapie. Daar hadden ze tegen hem gezegd: word maar een homoseksueeltje. Maar dat wilde hij niet. Als puber monsterde hij aan en werd vervolgens door zijn dronken medematrozen seksueel misbruikt. Hij belandde vervolgens als beeldschone travestiet in de beroemde Parijse nachtclub Carrousel en toen hij hoorde van de mogelijkheden in Casablanca ging hij daarheen en kwam terug als April Ashley en werd een beroemd fotomodel in Engeland. Ze trouwde en ging weer scheiden.
Nu is zij een oude vrouw die zegt: ‘Ik wilde normaal zijn’, dat wil zeggen zij wilde niet dat tussenwezen zijn dat zij als kind en jongere was. Opgevoed als jongen maar hij zag eruit als een meisje en dat was blijkbaar wat zij wilde zijn: een vrouw. En niet zomaar een normale vrouw, maar ook een vrouw die zich had ontworsteld aan haar milieu. Zij zegt, nippend aan haar glas champagne: ‘Als ik als een normale vrouw was geboren dan was ik een beroemde filmster of hertogin geworden. Heel eenvoudig.’ Maar zij was geen normale vrouw maar een transvrouw die geroemd werd om haar buitengewone schoonheid.
Wat ik mij afvraag is in hoeverre het taboe op het geslachtelijk onduidelijk zijn en het taboe op homoseksualiteit haar de nachtclub in hebben gedreven en uiteindelijk naar Burou. Want die chique nachtclub was de plek waar alles wat excentriek en verboden was een plaats kon krijgen op het toneel en waar in de zaal de mensen zaten waar zij zo graag bij wilde horen maar nooit echt bij zou horen: de beroemdheden, de filmsterren en de adel. ‘ Elke dag ben ik weer blij zoals de dag na de operatie’, zegt Ashley in de documentaire.
Zij heeft de vrouw in zichzelf geboren laten worden, zegt zij, maar ik vraag me af: waar is het jongetje gebleven?
(Wordt vervolgd)

Reacties 

(Op dit blog kreeg ik nogal wat inhoudelijke reacties die ik hierbij ook opneem)

Door Alma op 17/12/2012

Ik dacht dat het na deel één niet erger kon, maar verkeerde persoonlijke voornaamwoorden en zelfs “omgebouwd”? En in reactie op de laatste zin; er was nooit een jongetje.

Goed bezig zo door actief aan het klimaat van transfobie toe te voegen en het door te laten gaan in de maatschappij. Vooral niet bevechten. Stel je voor.

 

Antwoord: Ineke van Mourik op 18/12/2012

Beste Alma,
Ik heb het woord ‘omgebouwd’ gebruikt in relatie tot de manier waarop George Burou handelde en niet uit respectloosheid ten opzichte van degenen die behandeld zijn door Burou. Verder is het voor mij onbegrijpelijk dat mijn blogs zouden bijdragen aan transfobie. Ik probeer vragen te stellen en juist niet met pasklare antwoorden te komen.
Je reactie op de laatste zin: Er was nooit een jongetje. Hoe weet je dat? Kun jij spreken voor April Ashley? Ik kijk naar de mens als een combinatie van sekse en gender. Zo kan een fysieke vrouw best een jongetje of man van binnen met zich meedragen en een fysieke man een meisje of vrouw en datzelfde geldt voor transgenders lijkt me. Dat zal in volgende blogs nog aan de orde komen. Wat mij met de blogs voor ogen staat, is een speurtocht. Een speurtocht in de literatuur, in films, het leven zelf en mijn eigen zoektocht daarin.

Antwoord Alma  op 12/01/2013

Ik kan inderdaad niet spreken voor April Ashley. Maar net zomin als ik kan stellen dat er nooit een jongetje was, kun jij niet stellen dat die er ooit is geweest terwijl jij dat wel doet. Sterker nog; doet het er toe? Waarom stel je die vraag, anders dan om mensen te herinneren aan een geschiedenis die wellicht pijnlijk is? Doet het er bij andere transgender mensen toe wie ze vroeger waren? Ga je daar ook naar vragen, ongeacht de pijn die je daarmee kan veroorzaken?

Voorbeeld van transfobie; verkeerde persoonlijk voornaamwoord. Iemand “hij” noemen terwijl diegene een zij is, is simpelweg onaanvaardbaar. Het is erg sprekend dat je de reis naar Casablanca (dus; de operatie aan de genitaliën) neemt als breekpunt en vanaf dat punt in haar geschiedenis haar pas “zij” noemt (en als vrouw accepteert?).

Ongeacht je goedpraterij met betrekking tot “omgebouwd” blijft het een sterk beladen woord. Je kan gewoon niet over mensen praten in zulke bewoordingen. Het heeft niet voor niets geleid tot het onmenselijke en denigrerende scheldwoord “omgebouwde”. Door dit woord te hergebruiken in het discours over transgenders, ga je niets tegen door mensen te leren dat dit een verschrikkelijk iets is om iemand te noemen. Heb je enig idee hoe pijnlijk het is? Je intentie van het gebruik van een bepaald woord maakt echt helemaal niks uit.

Je stelling dat alleen pasklare antwoorden kunnen transfoob kunnen zijn en vragen niet, is belachelijk. Ik hoop werkelijk dat je dat niet werkelijk zo meent, maar dat het ongelukkig op is geschreven.

Je kijkt naar iemand als “een combinatie van sekse en gender”? Wat bedoel je hier precies mee? Het komt namelijk over alsof je pas een goed beeld van iemand kan vormen wanneer je weet wat diegene in de onderbroek heeft zitten.

Wat bedoel je überhaupt met “fysieke man” en “fysieke vrouw”?

Om heel eerlijk te zijn, lijkt het er sterk op dat je bar weinig hebt rondgelezen over van alles rondom dit onderwerp. En dan bedoel ik niet alleen docu’s of tv-shows of boeken, nee. Ik bedoel online fora, blogs en youtubekanalen van mensen die hier dag in dag uit doorheen gaan en werken aan acceptatie, gelijkheid en behoorlijk taalgebruik. Drie voorbeelden van wat ik goed lees-/kijkvoer vind en regelmatig naar terug ga;
http://skepchick.org/2011/12/bilaterally-gynandromorphic-chickens-and-wh…
http://www.questioningtransphobia.com/?p=2094
https://www.youtube.com/watch?v=K5MW9dq–gs

 

Op zoek naar de verloren vrouw 1

Eerder gepubliceerd op 21-11-2012 op de blogsite van Aletta E-Quality door Ineke van Mourik (bibliothecaris).

De vele televisie programma’s deze weken over transgender en het rapport van het CPB over transgender doet de oude vraag: ‘Wat is een vrouw?’ herleven.

images-3

Zaterdagavond 10 november ontving Paul de Leeuw in zijn programma Langs de Leeuw, een aantal transgenders, zaterdagavond 17 november ging Debat op 2 over transgender en zondagavond 18 november was de prachtige documentaire van Michiel van Erp ‘I am a woman now’ te zien. Zo zelfbewust als de titel van de documentaire van Michiel van Erp klinkt zo twijfelachtig ben ik als het gaat om te definiëren wat een vrouw is. Ik ben er zelf een dus laat dat mijn uitgangspunt zijn bij deze speurtocht in een aantal blogs.

Vier vrouwen
Maar voordat ik mij verdiep in de drie voornoemde programma’s wil ik het hebben over een ander programma dat ik afgelopen zondagavond zag: Kunststof. Aan tafel zaten vier vrouwen: Anouk van Dijk, een vrouw met een kort jongensachtig kapsel met een lok over haar voorhoofd, zij droeg een zwart gilette. Zij is choreografe en werkt op het ogenblik in Australië. De andere vrouw was Maite Hontelé, salsa-trompettiste, ook een androgyne uitziende vrouw met heel kort haar. Zij droeg een wit-blauwe nopjesjurk met rode laarsjes. Zij werkt veel in Columbia en als zij speelt met haar ensemble, voornamelijk klassiek vrouwelijk uitziende Z-Amerikaanse vrouwen met lang haar en zwarte sexy jurken, vormen zij samen een vrouwbeeld dat het klassieke met het moderne combineert. De derde vrouw is Kitty Courbois, ouder dan de twee eerder genoemde vrouwen, actrice met een zeer karakteristieke donkere stem en kort grijs haar. Zij leest gedichten voor uit haar nieuwe programma. De vierde vrouw is de huidige minister van O C en W, Jet Bussemaker: de meest klassiek vrouwelijk uitziende vrouw, met lang blond haar.

Bij een algemene enquête zou Jet Bussemaker beslist als meest vrouwelijke uit de bus komen. Maar wat als ik de enquête zou moeten invullen? Wie is de meest vrouwelijke vrouw? Ik zou in totale verwarring geraken want daarachter ligt de voor mij moeilijk te beantwoorden vraag: Wat is een vrouw?
Ok, laten we het makkelijk houden: een vrouw is een mens met een vrouwelijk lichaam, d.w.z. vrouwelijke kenmerken zoals daar zijn: borsten, baarmoeder en vrouwelijke geslachtsdelen. Maar hoe vaak heb ik mensen (vrouwen en mannen) niet horen zeggen bij een mannelijk uitziende vrouw of een vrouw die zich in hun ogen mannelijk gedraagt: ‘Dat is geen vrouw’ of ‘Gedraag je toch eens als een vrouw’. Een vrouw is meer dan die lichamelijke kenmerken. Een heel scala van culturele en sociale gedragingen, normen, waarden, codes en rituelen horen nog steeds bij die lichamelijke kenmerken alsof zij daar als een natuurwet mee verbonden zijn. Iets waar ik mij en met mij vele anderen in het feminisme tegen verzet hebben. Niet uit puur verzet, maar omdat het niet waar is. Omdat het de waarheid van het mens-zijn en de mogelijkheden geweld aandoet, omdat wij eronder leden, omdat wij het anders ervoeren en er woorden aan gaven. Omdat wij door studie van met name andere culturen ontdekten dat er niet zoiets is als een vastomschreven vrouwelijke identiteit, maar dat er grote variatie bestaat. Iets wat zo prachtig werd geïllustreerd in het programma Kunststof met die vier zo verschillende vrouwen. Als ik naar die vrouwen kijk wordt de vraag ‘Wat is een vrouw?’ totaal overbodig.

Wat is een vrouw?
Maar de vraag wordt weer urgent als ik kijk naar Langs de Leeuw, naar Debat op 2, de documentaire van Michiel van Erp en de opmerking in Trouw (zaterdag 17 november) lees van transvrouw Carolien van de Lagemaat die moest leren opnieuw te lopen (niet recht op je doel af met grote stappen) en leren dat vrouwen geen moppen tappen, zoals mannen dat wel doen. Als vrouw lach je om een mop. Dáar moet ik nu erg om lachen en tegelijkertijd overvalt mij een grote moedeloosheid grenzend aan irritatie. Terwijl wij onze dameshakjes alleen nog gebruikten als eventueel wapen, de damestas afzworen, met forse zelfbewuste tred door de straten liepen, serieus, vrolijk en uitdagend genderoverschrijdend gedrag gingen vertonen, gingen/gaan de transvrouwen terug naar de aloude verbinding van het lichaam en de bijbehorende ‘natuurwetten’. Het zet mij opnieuw aan het denken. Ben ik dan wel een vrouw? Zo nee, wat ben ik dan? En zo ja, wat voor een vrouw dan?
Maar eerst terug naar de programma’s.
(wordt vervolgd)

De jongen in het rode vest

Eerder gepubliceerd op 13-4-2012 op de blogsite van Aletta door Ineke van Mourik (bibliothecaris).

Cézanne

Het is vrijdag 13 april 2012 en op de voorpagina van de Volkskrant staat een indrukwekkende foto: twee zwaar bewapende mannen van de Servische criminele politie met bivakmutsen bewaken het zojuist terugvonden schilderij van Cézanne,  ‘Jeune garçon au gilet rouge’, dat vier jaar geleden is gestolen uit een museum in Zürich.

De kwetsbare jongen op het schilderij met zijn opvallende rode vest, leunend op een elleboog, en dromerig voor zich uitkijkend, staat in schril contrast tot de alerte anonieme in het zwart geklede en tot de tanden gewapende mannen die hem bewaken. Wat bewaken zij? Zij bewaken een schilderij dat 110 miljoen euro waard is. Het schilderij is teruggevonden in Servië en deze foto lijkt tevens een vertoon van macht. Op de achtergrond zien we Servische vlaggen. Tussen de twee macho’s met kogelvesten staat de kwetsbare jongen. Hij lijkt zich niets aan te trekken van deze show die zich rondom hem afspeelt. Waarom moeten deze mannen gemaskerd zijn? Waarom zwaar bewapend? Kijk ons eens, wij hebben het gestolen schilderij van 110 miljoen gevonden. Geweldig toch? Ja, geweldig dat het schilderij weer teruggebracht kan worden naar het museum in Zürich waar het door iedereen kan worden bewonderd. But what about the boy? Wat is dat voor een jongen die daar zo dromerig voor zich uit zit te kijken? Misschien is de jongen met het rode vest wel een jongen die droomt dat hij een meisje wil zijn, of een meisje dat zich heeft verkleed als een jongen. Met haar/zijn grote oor luistert zij/hij naar een wereld die niet de hare/zijne is en waar het zo moeilijk is om als jongensmeisje een plaats te vinden. Een jongen is nog geen man, hij kan een erotische uitstraling hebben die ergens zweeft tussen vrouw en man. Dat is zijn schoonheid die veelal wordt bezongen in de klassieke literatuur van Plato tot Kavafis en Abdul Nawas en zelfs door onze eigen Martinus Nijhoff in het gedicht Florentijns jongensportret.

Florentijns jongensportret

Olijf-ovaal, met van de olijf ook mee de
steenharde koelte, zijn gelaat; zijn ogen,
de twee juwelen, in hun dunne bogen
ver uit elkander glanzend losgesneden.

Zijn haar, aanhoudend als door wind bewogen,
vertrouwt zijn oor iets toe, iets waar beneden
zijn mond, zijn meisjesmond, om lacht; geen tweede
dauw heeft ooit druiven als zijn kin betogen.

Voor ú buigt de rivier zich door de stad;
voor ú, in wijn en brood, stremt de natuur
haar zware stroom; en ’t is alleen opdat

gij zorgloos zingt, een hand in uw ceintuur,
dat de ezel zwoegt langs ’t ongebaande pad
en de oude vrouw hurkt bij het houtskoolvuur.

Twee zwaar bewapende mannen bewaken een schilderij van 110 miljoen en zij zien eruit alsof zij dit schilderij met gevaar voor hun eigen leven willen beschermen. Maar zullen zij ook de kwetsbare meisjesjongens/jongensmeisjes die zich in hun land of waar dan ook bevinden op een zelfde manier met hun leven willen verdedigen en beschermen?

DSM-5 De pathologisering van transgenders

Eerder gepubliceerd op 19-6-2011 op de blogsite van Aletta door Ineke van Mourik (bibliothecaris).

images

Sinds 1980 is homoseksualiteit uit de DSM (The Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) verdwenen maar of we blij moeten zijn wat ervoor in de plaats is gekomen is nog maar de vraag.

Manwijven en Mietjes
Ik ken mensen met een vrouwelijk lichaam maar die eruit zien en zich gedragen als een man. Een oud scheldwoord hiervoor is ‘manwijf’. Een mens met een mannelijk lichaam die er wat vrouwelijke maniertjes op nahoudt wordt achter zijn rug vaak een ‘mietje’ genoemd. De manwijven en de mietjes kunnen homo of bi zijn maar evengoed hetero. En als je een rechtgeaarde vrouwelijke vrouw of een mannelijke man ziet is dat geen garantie voor een heteroleven of de bijbehorende rollen. Wat je ziet is vaak niet wat je denkt dat het is. Ik ken ook heteroparen waarin ik bij nadere beschouwing twee lesbo’s kan zien, of waar sprake is van gespiegelde gender: de man is eigenlijk de vrouw, de vrouw de man. Als je met deze bril kijkt, zie je ook dat veel ho-paren eigenlijk hetero zijn. Duizelt het je al? Dat is goed want twijfel (het erkennen van het onvermogen tot het kennen van de waarheid) is de essentie van verdraagzaamheid.*

De oervraag
Als we ons alles zouden herinneren sinds onze geboorte dan zou 99% van de mensheid een eerste herinnering hebben aan de vraag: is het een jongen of een meisje? Het is de oervraag en als die is beantwoord dan weten we hoe we ons moeten kleden, hoe we ons moeten gedragen vooral seksueel, en hoe we ons moeten verhouden tot degenen die tegenover ons staat. Maar als je het leven goed observeert dan zie je dat er veel minder mensen in die twee hokjes passen dan op het eerste oog lijkt. Als je je niet conformeert aan de tot pasklare brokken geplette werkelijkheid dan ontvouwt zich een schouwspel van voortdurende verwondering, van avontuur, en van veelvormigheid. Maar helaas ook een werkelijkheid van verbijstering, van wanhoop, van geweld en lijden.

Levenskunst
Blijkbaar, en dat vind ik intrigerend, is het niet voldoende als de cultuur de openheid of tenminste de mogelijkheid biedt om op creatieve wijze je sekse en gender te beleven. Wij kunnen onze eigen levenskunst beoefenen, het spel met genderrollen is niet langer voorbehouden aan kunstenaars als Bowie, Fabiola, Madonna en vele anderen. We worden in onze cultuur niet meer in het cachot geworpen, gevierendeeld of verbrand, als we rebelleren tegen het keurslijf van de twee seksen. Maar iemand kan zich toch, ondanks een meer verdraagzame en flexibelere cultuur, gevangen voelen in een verkeerd lichaam. Een lichaam dat niet samenvalt met hoe die persoon zich voelt of zich wil ontwikkelen en dat kan groot lijden veroorzaken. Maar om elk lijden meteen een ‘mental disorder’ te noemen, is een regelrecht gevaar voor je geestelijke gezondheid.

images-6

DSM-5 en pathologie
Als er sprake is van lijden dan staan de samenstellers van de gezaghebbende DSM (The Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) te trappelen om na het verdwijnen van homoseksualiteit als ‘mental disorder’, een heel nieuw gebied aan te boren en daarin schuilt het gevaar voor alle transgenders, transseksuelen, en travestieten. Want de definities in de DSM komen tot stand in een historische en politieke context. In de DSM – 5 zal het gaan over twee categorieën die de transgemeenschap betreffen: Gender Dysphoria (voorheen Gender Identity Disorder) en Transvestic Disorder (voorheen Transvestic Fetishism). Het gaat hier om het pathologiseren van gendervarianten die in andere culturen en samenlevingen met name in pre-patriarchale tijden werden geaccepteerd en gewaardeerd. Verschil is geen ziekte.
Want als het over pathologiseren gaat waarom dan niet de volgende categorieën opgenomen: Shopoholic Disorder, Obsessive Penis Size Disorder and Obsessive Beauty Disorder?
In de zee van twijfel is de DSM het nieuwe baken. Het nieuwe ophokken is begonnen dus waakzaamheid geboden. Lees en informeer je en laat je niet kisten door de DSM-fetishisten.

*Guus Kuijer, Draaikonten & haatblaffers. Over de moeizame geboorte van de tolerantiegedachte. Atheneum – Polak & Van Gennep, Amsterdam 2011

Internetbronnen:
http://www.transgendernederland.nl/
http://www.continuum.nl/ Digitaal tijdschrift over gender diversiteit en transgender
http://www.hetjongensuur.nl/
http://www.diagnosingdifference.com/ – documentaire met interviews over de gevolgen van de DSM
www.gidreform.org

Voor al uw transwensen: de Atria bibliotheek