In Memoriam: Phil van der Linden (1941-2013)

Eerder gepubliceerd op 6-6-2013 op de blogsite van ATRIA – Kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis door Ineke van Mourik (bibliothecaris).

Afgelopen zaterdag 1 juni is Phil van de Linden op 72-jarige leeftijd overleden. Zij was de mede-initiatiefneemster van het begin jaren zeventig opgerichte feministische filmkollektief Cinemien. Cinemien ontwikkelde zich door de jaren heen als de gerespecteerde, onafhankelijke filmdistributeur ABC-Cinemien onder de bezielende leiding van Phil van der Linden en mede-oprichtster Nicolaine den Breejen.

CInemien

Vaak als ik een mooie en bijzondere film zie (o. a. Hannah Arendt, Festen, Desert Hearts, La Pianiste, Das Leben der Anderen) in een van de filmhuizen in Amsterdam en op de aftiteling Cinemien als distributeur wordt vermeld, ben ik verheugd dat een deel van de initiatieven die hun oorsprong vonden in de jaren zeventig, nu 40 jaar later nog steeds bloeien.

Cinemien
Het begon allemaal in 1972 toen Phil samen met andere Amsterdamse vrouwen een leegstaand pand aan de Nieuwe Herengracht 95 kraakte. Het Amsterdams Vrouwenhuis was geboren en het werd een broednest van feministische actiegroepen: de werkgroep vrouwen COC, uitgeverij de Bonte Was, De Vrouwenkrant, Vrouw en Werk, Meidentoneel, Vrouwen-gezondheids-kollektief Zelfhulp, Actiegroep Vrouwen Tegen Seksueel Geweld, VOS Vrouwen Oriënteren zich op de Samenleving, ABVA-vrouwen, Vrouwen en Universiteit en het Fem-Soc sekretariaat Amsterdam, de redacties van de talrijke onafhankelijke feministische tijdschriften, waaronder De Vrouwenkrant, Blad Vrouwen, Surplus vrouwen literatuurblad, Socialistisch feministisch tijdschrift Katijf, Vrouwenweekblad, muziekblad Thea Tuba en het meidentijdschrift Meidenwijs, èn het feministisch filmkollektief Cinemien. Een naam geheel in de ludieke stijl van de jaren zeventig en die het tot mijn verbazing nog heeft volgehouden tot op de dag van heden.

Op de site van Cinemien wordt in het bericht over het overlijden van Phil vermeldt:
‘Het bedrijf (toen nog feministisch filmkollektief Cinemien gevestigd in het Vrouwenhuis te Amsterdam) werd geboren uit het idealisme en de strijdbaarheid die zo kenmerkend zijn voor die periode. Deze waarden, evenals een gevoel van rechtvaardigheid en maatschappelijke betrokkenheid, kwamen rechtstreeks uit Phils hart en zijn kenmerkend voor de bedrijfscultuur van distributeur ABC-Cinemien.
Zonder aan oorspronkelijkheid en vooruitstrevendheid in te boeten is Cinemien in meer dan vier decennia uitgegroeid tot een toonaangevend instituut dat niet meer weg te denken is uit de hedendaagse filmcultuur in Nederland en België.
Gedurende deze ruim 40 jaar stond de gedreven, markante en idealistische Phil van der Linden, samen met Nicolaine den Breejen, aan het roer van Cinemien.
Zij werd in binnen- en buitenland geroemd om haar superieure gevoel voor tijdgeest en vernieuwing: als ware visionair voelde zij maatschappelijke en technologische veranderingen, zoals digitale distributie (waaronder VOD) ver van te voren aan. Dit, gecombineerd met haar nooit aflatende gevoel voor kwaliteit en haar charismatische, onorthodoxe manier van zakendoen, heeft mede geleid tot het succes van ABC-Cinemien.
Nicolaine den Breejen:
‘Phils werk, visie en ambitie zijn van onschatbare waarde geweest voor ons bedrijf en voor de filmcultuur in Nederland en België.’

In het tijdschrift Homologie uit 1992 vond ik een interview met Phil en daar citeer en parafraseer ik het volgende uit:
Cinemien werd door haar en anderen opgericht omdat en nauwelijks films met vrouwenthema’s en lesbische thema’s te zien waren. Zij wilden een tegenwicht bieden tegen het aanbod van rolbevestigende films en al spoedig werden ze groot en kregen subsidie om films aan te kopen. In 1992 hebben ze al 500 titels in huis waaronder veel klassieken. In de jaren negentig voeren zij een belangrijke beleidswijziging door: er worden niet alleen films aangeschaft die door vrouwen gemaakt zijn, maar Cinemien wil distributeur zijn van kwaliteitsfilms die van maatschappelijk engagement getuigen. Daarnaast houdt Phil zich bezig met een stichting die documentaires produceert en zij wil lesbische projecten ontwikkelen. Phil vindt dat er ook meer aandacht besteed moet worden aan erotiek binnen de film: ‘Er zijn zo weinig films waarin erotiek op een open, eerlijke en speelse manier behandeld wordt. De vrouwenfilm gaat zo truttig met seksualiteit om. Het wordt kennelijk nooit al normaal gezien. Dat zou toch kunnen veranderen. Seksualiteit moet gewoon meer gezien worden als iets leuks. Iets waar je mee kunt spelen, niet ernstig, niet zwaar. Misschien iets voor jongere generatie lesbiennes. Ik ben benieuwd.’

We zijn nu twintig jaar verder in de tijd en Phil heeft haar bedrijf samen met anderen onmisbaar gemaakt in de nationale en internationale filmwereld. Deze week viert het Amsterdams Vrouwenhuis (inmiddels omgedoopt tot Akantes) haar veertigjarig bestaan. Een aantal feministes van het eerste uur gaat er heen. Phil van der Linden als kraakster van het eerste uur zal er niet bij zijn, maar we zullen het glas op haar heffen. Op haar strijdbaarheid, haar grote maatschappelijke betrokkenheid en op haar onschatbare waarde voor het feminisme en de filmwereld.

Op zoek naar de verloren vrouw 1

Eerder gepubliceerd op 21-11-2012 op de blogsite van Aletta E-Quality door Ineke van Mourik (bibliothecaris).

De vele televisie programma’s deze weken over transgender en het rapport van het CPB over transgender doet de oude vraag: ‘Wat is een vrouw?’ herleven.

images-3

Zaterdagavond 10 november ontving Paul de Leeuw in zijn programma Langs de Leeuw, een aantal transgenders, zaterdagavond 17 november ging Debat op 2 over transgender en zondagavond 18 november was de prachtige documentaire van Michiel van Erp ‘I am a woman now’ te zien. Zo zelfbewust als de titel van de documentaire van Michiel van Erp klinkt zo twijfelachtig ben ik als het gaat om te definiëren wat een vrouw is. Ik ben er zelf een dus laat dat mijn uitgangspunt zijn bij deze speurtocht in een aantal blogs.

Vier vrouwen
Maar voordat ik mij verdiep in de drie voornoemde programma’s wil ik het hebben over een ander programma dat ik afgelopen zondagavond zag: Kunststof. Aan tafel zaten vier vrouwen: Anouk van Dijk, een vrouw met een kort jongensachtig kapsel met een lok over haar voorhoofd, zij droeg een zwart gilette. Zij is choreografe en werkt op het ogenblik in Australië. De andere vrouw was Maite Hontelé, salsa-trompettiste, ook een androgyne uitziende vrouw met heel kort haar. Zij droeg een wit-blauwe nopjesjurk met rode laarsjes. Zij werkt veel in Columbia en als zij speelt met haar ensemble, voornamelijk klassiek vrouwelijk uitziende Z-Amerikaanse vrouwen met lang haar en zwarte sexy jurken, vormen zij samen een vrouwbeeld dat het klassieke met het moderne combineert. De derde vrouw is Kitty Courbois, ouder dan de twee eerder genoemde vrouwen, actrice met een zeer karakteristieke donkere stem en kort grijs haar. Zij leest gedichten voor uit haar nieuwe programma. De vierde vrouw is de huidige minister van O C en W, Jet Bussemaker: de meest klassiek vrouwelijk uitziende vrouw, met lang blond haar.

Bij een algemene enquête zou Jet Bussemaker beslist als meest vrouwelijke uit de bus komen. Maar wat als ik de enquête zou moeten invullen? Wie is de meest vrouwelijke vrouw? Ik zou in totale verwarring geraken want daarachter ligt de voor mij moeilijk te beantwoorden vraag: Wat is een vrouw?
Ok, laten we het makkelijk houden: een vrouw is een mens met een vrouwelijk lichaam, d.w.z. vrouwelijke kenmerken zoals daar zijn: borsten, baarmoeder en vrouwelijke geslachtsdelen. Maar hoe vaak heb ik mensen (vrouwen en mannen) niet horen zeggen bij een mannelijk uitziende vrouw of een vrouw die zich in hun ogen mannelijk gedraagt: ‘Dat is geen vrouw’ of ‘Gedraag je toch eens als een vrouw’. Een vrouw is meer dan die lichamelijke kenmerken. Een heel scala van culturele en sociale gedragingen, normen, waarden, codes en rituelen horen nog steeds bij die lichamelijke kenmerken alsof zij daar als een natuurwet mee verbonden zijn. Iets waar ik mij en met mij vele anderen in het feminisme tegen verzet hebben. Niet uit puur verzet, maar omdat het niet waar is. Omdat het de waarheid van het mens-zijn en de mogelijkheden geweld aandoet, omdat wij eronder leden, omdat wij het anders ervoeren en er woorden aan gaven. Omdat wij door studie van met name andere culturen ontdekten dat er niet zoiets is als een vastomschreven vrouwelijke identiteit, maar dat er grote variatie bestaat. Iets wat zo prachtig werd geïllustreerd in het programma Kunststof met die vier zo verschillende vrouwen. Als ik naar die vrouwen kijk wordt de vraag ‘Wat is een vrouw?’ totaal overbodig.

Wat is een vrouw?
Maar de vraag wordt weer urgent als ik kijk naar Langs de Leeuw, naar Debat op 2, de documentaire van Michiel van Erp en de opmerking in Trouw (zaterdag 17 november) lees van transvrouw Carolien van de Lagemaat die moest leren opnieuw te lopen (niet recht op je doel af met grote stappen) en leren dat vrouwen geen moppen tappen, zoals mannen dat wel doen. Als vrouw lach je om een mop. Dáar moet ik nu erg om lachen en tegelijkertijd overvalt mij een grote moedeloosheid grenzend aan irritatie. Terwijl wij onze dameshakjes alleen nog gebruikten als eventueel wapen, de damestas afzworen, met forse zelfbewuste tred door de straten liepen, serieus, vrolijk en uitdagend genderoverschrijdend gedrag gingen vertonen, gingen/gaan de transvrouwen terug naar de aloude verbinding van het lichaam en de bijbehorende ‘natuurwetten’. Het zet mij opnieuw aan het denken. Ben ik dan wel een vrouw? Zo nee, wat ben ik dan? En zo ja, wat voor een vrouw dan?
Maar eerst terug naar de programma’s.
(wordt vervolgd)

In Memoriam Adrienne Rich: Dichter en Denker (1929-2012)

Eerder gepubliceerd op 30-3-2012 op de blogsite van Aletta door Ineke van Mourik (bibliothecaris).

images-2

Op 27 maart jongstleden overleed Adrienne Rich, een gedreven en gepassioneerde dichter en denker. Zij opende mij, en veel van mijn mede-feministen van de tweede golf, de ogen en het hart met haar belangrijke inzichten en wonderschone poëzie.

Uit de gedichtenbundel Een en twintig liefdesgedichten, van Adrienne Rich, vertaald door Maaike Meijer, uitgeverij Vrouw Holle in 1980.

XII

Slapen, draaien in een baan zoals planeten
wentelend in hun nachtelijke weide:
aanraken is genoeg om te weten
dat wij zelfs slapend niet alleen zijn in het universum:
bijna spreken de droombeelden van twee werelden
dwalend door hun schimmensteden elkaar toe.
Ik ben wakker geworden van jouw zacht gepraat
lichtjaren of donkerjaren hiervandaan
alsof mijn eigen stem gesproken had.
Maar onze stem verschilt, zelfs in de slaap
en ons lichaam, zo hetzelfde, is zo toch anders
en het verleden dat echoot door ons bloed
is geladen met een andere taal en andere betekenissen –
Toch kan geschreven worden in elke kroniek
van de wereld die wij delen, als voor de eerste keer:
wij waren twee minnaressen
wij waren twee vrouwen van een generatie.

 

Scan

Maaike Meijer en het radicaal-feminisme

Eerder gepubliceerd op 19-1-2012 op de blogsite van Aletta door Ineke van Mourik (bibliothecaris).

images-1

Het gaat goed met het feminisme en de mannen in Nederland. In het redactioneel van de NRC (de krant blijft een mijnheer) van afgelopen vrijdag worden vrouwen opgeroepen zich niet te laten opjutten door modieuze schoonheidsidealen. Op 19 januari wordt het hooliganprobleem opgelost als het plan om uitsluitend vrouwen en kinderen naar de wedstrijd Ajax en AZ te laten gaan, doorgaat.
Het voormalige Zij aan Zij gaat onder leiding van een mannelijke hoofdredacteur een lesbienne-glossy worden. Z/Z This=Us ambieert het beste lesbische magazine van de wereld te worden. In het eerste nummer zijn 33 rolmodellen, lesbische iconen, opgenomen. Vrouwen die openlijk lesbisch of bi zijn en daarvoor durven uit te komen. We spreken over 2012 en blijkbaar is dat nog steeds nodig. Ik weet niet of Maaike Meijer bij die lesbische iconen wordt genoemd maar zij hoort daar zeker bij. In
1972 maakte zij deel uit van de alom gevreesde radicaal-feministische groep Paarse September die het stadium van de coming out al voorbij was en die behalve de gemoederen van de gemiddelde man ook die van hun medezusters in het feminisme danig in beweging bracht.

Marathon-interview
Op woensdag 28 december was op radio 1 in een Marathon-interview met Wim Brands, drie uur lang Maaike Meijer te beluisteren. Het eerste uur begon met het gedicht ‘Angst’ van Vasalis (Meijer heeft recent haar biografie van M. Vasalis gepubliceerd).
Meijer vertelt over haar eigen angst en waar zij het meest bang voor was: haar stotteren en hoe zij dat overwon. Zij koos een baan in het onderwijs. Zij had zich voorgenomen een sprekend beroep te nemen omdat het alternatief zou zijn sprakeloos te blijven. ‘Als je je laat regeren door de angst kom je er nooit vanaf. Omarm je lot.’ De manier waarop zij hierover vertelde was indrukwekkend.

En toen kwam het tweede uur dat begon met haar plannen voor Amsterdam.
Een heel ander onderwerp dan gender maar tekenend voor de gedrevenheid en maatschappelijke betrokkenheid van iemand die elk krot dat zij ziet wil verbouwen, het liefst twaalf levens heeft, en burgemeester van Amsterdam zou wil worden om de ziel van de stad te redden. ‘We kunnen de wereld herscheppen’, en dat dacht zij ook toen zij met twee anderen (Noor van Crevel en Stephanie de Voogd) begin jaren zeventig van de vorige eeuw de radicaal-feministische groep Paarse September begon. Wij in de provincie (ik woonde destijds in Nijmegen) voelde ons op afstand geïnspireerd door hun geschriften, in Amsterdam vonden heftige confrontaties plaats in de vrouwenbeweging als de dames Paarse September zich in de discussies mengden. Als Wim Brands
vraagt: ‘Ben je wel eens bang geweest voor je eigen radicalisme?’, antwoordt Meijer: ‘Nee, maar het werd steeds moeilijker in de persoonlijke contacten.’ Zij ging zich realiseren dat het leven complexer en rommeliger was dan het verleidelijke radicalisme met zijn helderheid en duidelijkheid. Zij werd de beroemde en beruchte zwaar stotterende radicaal feministe en voelde dat zij meer en meer vervreemde van haar omgeving.

Van een afstand naar radicalisme kijken is makkelijk en Meijer verzuchtte in het interview ook even: ‘Hoe konden we zo naïef zijn.’
Maar zij voegt daar meteen aan toe dat die periode ook heel constructief was. Dan zegt zij iets wat me ontroerde: ‘wij durfden te denken en te zeggen wat voorheen nog niet was gedacht en gezegd.’ Want dat was precies de aantrekkingskracht voor mij en vele anderen die daardoor werden wakker geschud, maar die niet allen op leven en dood het gelijk van Paarse September wilden onderschrijven. De drie vrouwen van Paarse September sloegen met een bijl een wak in de ijszee van bevroren opvattingen en dat was hun grote kracht. Intelligente, opruiende en spitsvondige analyses vonden via een gestencild tijdschriftje hun weg in de feministische subcultuur. Juist gedreven, idealistische mensen kunnen doorslaan naar radicalisme, maar het pleit voor de intelligentie van de dames Paarse September dat zij bijtijds onderkenden dat zij ermee op moesten houden. In april 1974 verscheen het zesde en laatste nummer van hun gestencilde tijdschriftje en daarmee hief Paarse September zichzelf op.

Na de periode van Paarse September, nu meer dan dertig jaar geleden, is Maaike Meijer een nauwelijks stotterende gedreven hoogleraar geworden die talrijke publicaties op haar naam heeft staan, een monumentale biografie over Vasalis heeft geschreven, veel gedichten uit het hoofd kan citeren (wat zij ook doet in het programma) en ook te verleiden is tot het zingen van een smartlap of oud volkslied. Zij is een open geest die haar radicale verleden niet wegmoffelt of vergoelijkt, maar heeft getransformeerd in een positieve gedrevenheid en betrokkenheid.
Een lesbisch icoon dat nog steeds diep durft te denken en te spreken en ons kan inspireren.

Beluister het interview via je PC of via podcast (Uitzending gemist):

Zie voor de geschriften van Paarse September:

Zie voor publicaties van Maaike Meijer:

O, die tuinbroek!

Eerder gepubliceerd op 6-3-2011 op de blogsite van Aletta door Ineke van Mourik (bibliothecaris)

images-4

Daar was ie weer: de tuinbroek en het bijbehorende okselhaar.
In het Parool van gisteren over het WomenInc. Festival werden we gerustgesteld in de onderkop van het artikel: Geen tuinpakken of okselhaar.

Dat u het maar weet, want stel dat dat wel zo was. Nou dan gingen we niet. Jakkes, vooral dat okselhaar. Zo actief als de vrouw in de tuinbroek was, zo gemakzuchtig zijn degenen die er snerend en kleinerend over schrijven en spreken. Vooral sinds de opkomst van de nieuwe feministen is er gelukkig weer aandacht voor het feminisme, maar blijkbaar kan dat niet zonder al die stereotypen die gedurende de Tweede Golf ook al rondwaarden eens flink op te poetsen. De tuinbroek wordt weer uit de mottenballen gehaald, het okselhaar als dierlijk en ranzig gepresenteerd en vaak wordt dit plaatje (ziet u het al voor u?) nog gecomplementeerd door anti-man en humorloos. Nu het beeld compleet is kunnen we voort.

Want ‘wij’ zijn niet zo. Maar of die ‘wij’ de door de media gecreërde nieuwe feministe is of de nieuwe feministe zelf die zo denkt, blijft enigszins in het midden.
WomenInc. biedt dit weekend een evenement met meer dan zestig veelzijdige en prachtige programma’s. Het hele jaar door presenteert WomenInc. al zes jaar lang het nieuwe feminisme. Een nieuwe generatie die voortbouwt op het werk van de feministes voor hen en die hoop ik het tuinbroekengebazel geamuseerd aanziet.

De tuinbroek is geworden tot een van de mythes van het Tweede Golf feminisme en omdat mythes bijna niet uit te bannen zijn, wordt het tijd om de tuinbroek in ere te herstellen. Het eerherstel is allang begonnen ontdekte ik tot mijn grote verbazing : wie tuinbroeken googelt treedt een ongekend rijke wereld van de tuinbroek binnen.
Er ligt nog een schone taak voor WomenInc.

 

Fragen – meer vragen!

Eerder gepubliceerd op 1-3-2011 op de blogsite van Aletta door Ineke van Mourik (bibliothecaris)

affiches

Welke teksten zijn van belang zijn geweest voor de ontwikkeling van het feministische gedachtegoed vanaf het begin van de Tweede Feministische Golf tot heden? Dit is een vraag die alleen maar meer vragen opwerpt zodra we die proberen te beantwoorden.

In het project FRAGEN (FRAmes on GENder) hebben Europese vrouwenbibliotheken en onderzoekers uit EU landen, plus Turkije en Kroatië belangrijke feministische teksten uit de periode van de Tweede Feministische Golf tot nu geselecteerd en online beschikbaar gesteld. De database bestaat uit per land 10 teksten (in de eigen taal maar wel met een samenvatting in het Engels).
Het doel is om vergelijkend wetenschappelijk onderzoek naar de geschiedenis van feministische ideeën mogelijk te maken. Aletta was coördinator van het project.

Iedereen die deel heeft uitgemaakt en nog steeds deel uitmaakt van de Tweede Feministische Golf weet dat een keuze van slechts 10 teksten een bijna onmogelijke zaak is.
Ik werkte eind jaren zeventig in vrouwenboekhandel De Feeks te Nijmegen en er waren levendige contacten met andere steden met name de Heksenkelder te Utrecht en Xantippe te Amsterdam. We lazen ons helemaal suf aan boeken in het Nederlands, Duits, Engels en Frans, groeven uit bibliotheken oud en waardevol materiaal op, maakten zelf tijdschriften, we schreven erop los en voegden aan de stroom boeken en artikelen permanent nieuwe teksten toe.

We voerden acties, voetbalden en organiseerden literaire en culturele bijeenkomsten. In de vakanties gingen we naar een vrouweneiland in Denemarken of we ondernamen een pilgrimage. Zo bezocht ik in Parijs de graven van Gertrude Stein en Alice B. Toklas en de buurt en het huis waar zij hadden gewoond; in de boekhandel Shakespeare & Company schuin tegenover de Notre Dame speurden we naar de resten van Sylvia Beach, de oprichtster, en haar vriendin Adrienne Monnier. In onze tassen zaten altijd gedichtenbundels van Adrienne Rich, Anne Sexton, Ankie Peypers en anderen om elkaar voor te lezen.

Het is prachtig dat er 10 Nederlandse teksten online staan, maar er blijft een knagend onbehagen. Maar eerst het behagen: het siert de selectiecommissie dat zij hebben gekozen voor een ongewone ‘tekst’, namelijk een beroemde foto ‘ Baas in eigen buik’. En het siert de commissie ook dat zij hun taak serieus hebben genomen. Alle gekozen teksten zijn de moeite waard.

Het onbehagen begint als we denken dat deze teksten de grootste inspiratiebron vormden. De Tweede Golf van de Nederlandse vrouwenbeweging was vanaf het begin ook sterk internationaal georiënteerd. Veel belangrijke boeken werden vertaald. En ik mis uit de jaren negentig: Beperkt houdbaar (maar dat is een film en kon blijkbaar niet worden opgenomen). Een ander onbehagen betreft de aard van de teksten. Het zijn teksten die voornamelijk de geest, het intellect aanspreken. Waar zijn de gedichten, de verhalen, de romans (uitgezonderd het autobiografische De schaamte voorbij), de activistische pamfletten, de kunst, de films, de muziek. Al die ‘teksten’ die onze zielen hebben geraakt.

Het wordt altijd wat kil als de wetenschap zich ergens op werpt. Het leven wordt er als het ware van afgeschraapt om tot hapklare brokken te komen. Maar we kunnen de database ook zien als een begin. Er moeten meer feministische teksten en andere uitingen digitaal komen. Een mooi voorbeeld daarvan is de de site: Vrouwen nu voor later.
Laat je dus inspireren en maak zelf een lijst van jouw ‘teksten’ die inspirerend zijn geweest. Zelf zal ik een dezer dagen met mijn eigen lijst komen.

http://www.vrouwennuvoorlater.nl/

Project Fragen: inlichtingen via Atria

Toevoeging van Tilly Vriend – projectmanager FRAGEN 

Ook ik maakte deel uit van de vrouwenbeweging in de jaren zeventig/tachtig. En herken wat Ineke schrijft over het diverse karakter van de beweging. We lazen wat af en vonden onze inspiratie niet alleen in Nederlandse schrijvers maar ook en in het begin vooral in buitenlandse. Simone de Beauvoir verslond ik, maar ook Marilyn French, Betty Friedan, Kate Millett, Germaine Greer. Om er maar een paar te noemen. Toen Aletta werd gevraagd het FRAGEN project te coördineren, was het ook precies die vraag die we stelden aan Mieke Verloo, de bedenker van het FRAGEN project (dat deel uitmaakt van het nog veel omvattender QUING project) ‘ Hoe kun je in godsnaam de 10 meest invloedrijke teksten per land opsporen?’ Die illusie hadden we zeker niet, wel de kans om in Europa een begin te maken met het zichtbaar en toegankelijk te maken van teksten die invloed hebben gehad op het feministisch gedachtegoed. Een van de criteria waaraan de teksten moesten voldoen, was dat het geen vertaalde teksten mochten zijn. Juist om het nationale erfgoed zichtbaar te maken. Bovendien liepen we de kans dat meerdere landen dezelfde buitenlandse teksten zouden nomineren. De ca. 300 personen die in 29 landen aan dit project hebben gewerkt, hebben dat met de beste intentie gedaan. Binnen de beperkingen van het project (klein budget en copyright restricties) hebben zij 10 teksten geselecteerd. Hun zgn. longlist (alle door de experts genomineerde teksten) staat op de website. Ook zij stellen, en in dat opzicht zijn zij het helemaal eens met Ineke: dit is het begin! En wij nodigen iedereen daarom uit haar/zijn eigen favoriete teksten te nomineren. Wij gaan kijken hoe we daarvoor op de FRAGEN website ruimte kunnen creëren.